Category

Verkeerspro

Peter van Neck draagt VRB-voorzitterschap over aan Eric Bakker

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Peter van Neck heeft afscheid genomen als voorzitter van Vereniging Rijschool Belang (VRB). Dat gebeurde vrijdagmiddag in Lexmond tijdens de algemene ledenvergadering van de branchevereniging. Rijschoolhouder Eric Bakker uit Vlijmen wordt het nieuwe gezicht van de branchevereniging. Hij is voor drie jaar benoemd tot voorzitter van de VRB. Daarnaast zijn er twee nieuwe leden toegetreden tot het bestuur.

Peter van Neck (69) was sinds 2012 voorzitter van de branchevereniging. Naast dankwoorden vanuit het bestuur kreeg hij ook een toespraak van René Verstraeten, financieel directeur van het CBR, die samen met algemeen directeur Petra Delsing aanwezig waren bij de bijeenkomst. Hoewel Van Neck een stapje terug doet, blijft hij voorlopig als vice-voorzitter actief voor de branchevereniging.

Nieuwe bestuursleden

Daarnaast telt de VRB twee nieuwe bestuursleden: een ervan is de 50-jarige Rob Steuten uit Weert. Steuten is getrouwd met Claudia en heeft een zoon en een dochter. Dertig jaar geleden is hij zijn rijschool voor de begonnen als ‘onervaren instructeur van 20 jaar’. Voor die tijd was hij werkzaam bij Philips in Eindhoven en parttime als chauffeur van een vrachtautocombinatie.

Steuten leidt op voor A en B. De categorieën C en D is er door de drukte nooit meer van gekomen. Inmiddels is het bedrijf uitgegroeid tot ‘het straatmeubilair in onze gemeente met een lesprijs en slagingspercentage van ver boven het landelijke en kringgemiddelde’, aldus Steuten. Hij heeft bestuurlijke ervaring opgedaan in eigen kring (84). Opvallend is dat Steuten 24 jaar lid is geweest van Bovag, maar nadat hij vier jaar geleden in aanraking kwam met de VRB maakte hij de overstap omdat hij zich bij laatstgenoemde meer thuisvoelde.

Jos van Zuylen

De 53-jarige Jos van Zuylen uit Oss, eigenaar van Rijschool van Zuylen, is eveneens toegetreden tot het bestuur. Van Zuylen is getrouwd en heeft twee zoons. De opleiding tot rijinstructeur B en C heeft hij in 1985 afgerond bij Defensie, ook heeft hij zijn instructiebewijzen behaald voor A, BE, CE en DE.

Van Zuylen heeft onder meer als rijinstructeur bij Defensie gewerkt en parttime bij Bax Verkeersopleidingen in Drunen. Een lange tijd heeft hij bij een importeur van grondverzetmachines gewerkt, waar hij ervaring heeft opgedaan als leidinggevende. Maar, zoals hij zelf zegt, het bloed kruipt waar het niet gaan kan. In 2005 is hij daarom teruggekomen in de rijinstructie en richtte hij zijn eigen rijschool op. Hij leidt deze samen met zijn vrouw Janny. Inmiddels hebben ze zes medewerkers in dienst en geven ze opleidingen voor de categorie AM, A, B, BE, C, CE, Code 95, VCA en EHBO/BHV.

Bron: Verkeerspro
Auteur: Nadine Kieboom
Publicatie datum: Fri, 26 Jan 2018 20:56:34 +0000

Read More

Steeds minder bevoegde rijinstructeurs

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Het aantal rijinstructeurs met een WRM-pas is voor het vierde jaar op rij gedaald. IBKI registreerde 14.194 rijinstructeurs op 1 januari 2018. Precies een jaar eerder waren er nog 14.343 instructeurs in het bezit van het witte WRM-pasje. Hiermee daalt het aantal rijinstructeurs dat beschikt over een geldige WRM-bevoegdheid met 1 procent.

In 2005 kende de rijschoolbranche een enorme groei in personen met een WRM-bevoegdheid. De piek was in 2014, toen stonden er 15.287 instructeurs geregistreerd. De eerste daling volgde in 2015. Vier jaar na de grote piek staan er bijna 1.000 instructeurs minder geregistreerd.

Instroom

Hoewel er ook dit jaar weer 615 nieuwe rijinstructeurs bij zijn gekomen, blijkt de uitstroom groter. “Een mogelijke verklaring hiervoor zou de vergrijzing van de branche kunnen zijn”, aldus IBKI.

In 2017 stroomden er 99 rijinstructeurs méér in voor de categorie B dan het jaar ervoor. Dit is ook terug te zien in het aantal examens dat IBKI afnam. IBKI nam afgelopen jaar 15 procent meer examens af ter verkrijging van nieuwe bevoegdheid.

Slagingspercentage

Ook daalt het slagingspercentage. Het totale slagingspercentage in 2017 ten opzichte van 2015 is 2,1% lager. Een mogelijke verklaring is wellicht terug te voeren naar de gewijzigde manier van beoordelen van de praktische begeleidingen. Rijinstructeurs scoorden voorheen op het IBKI-beoordelingsformulier standaard 1 punt per onderdeel. IBKI heeft dit veranderd en instructeurs kunnen nu ook 0 punten scoren op verschillende onderdelen.

Daarnaast laat een woordvoerder van IBKI weten: “De beoordeling gaat nu een stukje verder. In het verleden namen beoordelaars eerder genoegen met het feit dat een instructeur een bepaalde competentie liet zien. Daarmee scoorde hij/zij dan al snel twee punten. De instructeur moet nu niet alleen een competentie tonen maar die ook toespitsen op de leerling. Er moet dus echt worden lesgegeven.”

Daarnaast steeg het aantal instructeurs dat zakte voor het WRM-herexamen opnieuw. In 2017 verloren 42 instructeurs de WRM-bevoegdheidspas omdat zij de praktijkbegeleiding niet succesvol hebben afgelegd. Examinatoren van IBKI namen in totaal 120 derde praktische bijscholingsexamens af.

Lees ook: 

Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Fri, 26 Jan 2018 08:47:20 +0000

Read More

6 tips voor leerling en instructeur: wat te doen bij sirene en zwaailicht?

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Een realistisch scenario: de rijinstructeur geeft les en ziet plotseling een politievoertuig met zwaailichten en geluidssignalen in de binnenspiegel dichterbij komen. Wat wordt er wel en niet verwacht van een (aspirant) bestuurder in een dergelijke situatie? RijschoolPro sprak met politie-rijinstructeur en rijschoolhouder Mark Jansen. “Het voor laten gaan van een voorrangsvoertuig mag nooit leiden tot gevaarlijke situaties. Er wordt van níemand verwacht dat halsbrekende toeren worden uitgehaald.” Zes tips op een rij. 

Sommige voorrangsvoertuigen maken onderweg vervelende en gevaarlijke situaties mee. Vaak omdat bestuurders niet precies weten wat er van hen verwacht wordt. Politie-rijinstructeur Mark Jansen, die dagelijks actief is op Twitter en Facebook, vertelt: “Een veelvoorkomend tafereel is wanneer bestuurders (en voetgangers) op het allerlaatste moment een zekere ‘drive’ krijgen om nét nog even over te steken of nét nog even ‘hun dingetje’ te doen.”

De meest bekende voorrangsvoertuigen zijn politiewagens, ambulances en brandweerwagens. Ook andere hulpdiensten beschikken over voorrangsvoertuigen, zoals het Rode Kruis, Stichting Sanquin (bloedtransport), ProRail, Arrestantenvervoer en verschillende andere instanties.

Tip 1: Wees voorbereid

Goede voorlichting en waarschuwingssystemen lijken succesvolle oplossingen om de omgang met voorrangsvoertuigen te verbeteren. Dat stelde het Instituut Fysieke Veiligheid enkele jaren geleden. Het instituut hield een grootschalige enquête waaruit bleek dat 60 procent van de automobilisten wel eens moeite heeft met een voorrangsvoertuig snel en veilig voor te laten. Maar liefst 90 procent van de respondenten gaf aan behoefte te hebben aan voorlichting.

Zeker een beginnende leerling kan in paniek raken wanneer hulpdiensten met optische signalen en geluidssignalen naderen. Bespreek daarom van te voren wat de regels en afspraken zijn, zodat de leerling verschillende scenario’s kan bedenken om zo de situatie veilig op te lossen. Jansen geeft aanvullend advies: “Het gebruik van instructiemiddelen, zoals een tablet met verkeersschetsen, kan hierbij duiding geven.”

Tip 2: Overtreed geen verkeersregels

Bestuurders moeten zich ook in dit soort noodgevallen aan de verkeersregels houden. Het is niet toegestaan om de maximumsnelheid te overschrijden of even door rood licht te rijden om ruim baan te maken. Als er geen ruimte is, rijd dan door met dezelfde toegestane snelheid. Het is namelijk belangrijk dat de bestuurder zich zo voorspelbaar mogelijk gedraagt.

Politieagent Jansen zegt dat even snel door rood rijden een veelvoorkomende fout is, ook al bedoelen veel bestuurders het goed. “Bestuurders trachten vrijbaan te maken, maar het werkt vaak averechts.” Jansen geeft ook een concrete tip aan bestuurders die stilstaan bij een verkeerslicht. “Vaak is het bij een rood verkeerslicht al voldoende ietsjes naar voren te rijden en zijdelings ruimte te creëren.”

Tip 3: Voorrangsvoertuigen gaan wel voor

Voorrangsvoertuigen mogen wél afwijken van de verkeersregels, mits dit de uitoefening van hun taak bevordert. Bijvoorbeeld in het geval waarbij een mens in een levensbedreigende situatie verkeert. Of bij het voorkomen van een levensbedreigende situatie en een ernstige verstoring van de openbare orde. Blijf dus altijd alert.

Stel de leerling rijdt op een voorrangsweg en er komt een voorrangsvoertuig uit een van de zijstraten, dan moet de leerling dat voertuig voor laten gaan. Het maakt daarbij niet uit of de bestuurder zelf op de voorrangsweg rijdt.

Voorrangsvoertuigen met zwaailichten en geluidssignalen volgen strenge richtlijnen. Dit soort voertuigen mogen met toestemming van de meldkamer in beperkte gevallen gebruikmaken van de signalen.

Tip 4: Blijf kalm en rustig

Dit geldt voor de leerling én de rijinstructeur. Het is heel gevaarlijk om plotseling te remmen. Vervolg de weg en wacht tot er op een veilige manier ruimte gemaakt kan worden. Oordeel zelf als instructeur of de leerling de situatie zelf kan oplossen, of dat er een handje geholpen moet worden. “Ik leg steevast een hand op het stuur. Dan weet ik zéker dat ik bij een paniekreactie van mijn cursist op tijd ben met een eventuele ingreep,” aldus Jansen. Uiteindelijk blijft de instructeur de juridische bestuurder.

Volgens Jansen is het een veelvoorkomend probleem. “Het zal niet voor het eerst zijn dat vanuit een paniekreactie aanrijdingen ontstaan door het trachten voor te laten gaan van een voorrangsvoertuig.”

Tip 5: Neem op tijd waar

Het is soms lastig een voorrangsvoertuig op tijd op te merken. Uit onderzoek blijkt dat het vaak voorkomt dat bestuurders het voorrangsvoertuig laat opmerken, vooral als deze van achteren nadert. Het is daarom belangrijk dat er voldoende gescand wordt. Stilstaan betekent niet dat de leerling niet meer op hoeft te letten, er kan zich altijd nog een gevaarlijke situatie voordoen. De bestuurder moet natuurlijk zorgen voor genoeg ruimte tussen hem en de voorligger.

Heb je het voorrangsvoertuig al opgemerkt en nog voldoende tijd over, betrek dan de leerling bij het lokaliseren van het voertuig. Dat adviseert Jansen. “Kauw niet alles voor!”

Daarnaast werkt een koptelefoon en een dikke basspipe in de kofferbak niet mee aan het opmerken of waarnemen van een naderend voorrangsvoertuig, zo stelt Jansen. “Het gevaar voor paniekreacties ligt vervolgens op de loer. Het niet hands-free gebruik van de GSM is inmiddels dermate actueel en meer dan belicht, maar let wel op.”

Tip 6: Wijk alleen uit als het kan

Wijk alleen uit naar verharde weggedeelten, zoals parkeerhavens. Het kan wel een instinctieve reactie zijn om gelijk naar de berm uit te wijken, maar dit kan heel gevaarlijk zijn, zeker op provinciale wegen. Is er geen ruimte om uit te wijken? Blijf dan op de weg rijden met de maximaal toegestane snelheid en houd daarbij zoveel mogelijk rechts. De bestuurder van het voorrangsvoertuig zoekt zelf wel een geschikt moment om in te halen.

Rijd de bestuurder op een rotonde, blijf dan als dat mogelijk is, de rotonde volgen totdat het voorrangsvoertuig de rotonde heeft verlaten. Dit kun je scharen als een extra rondje van de zaak.

Lees ook:

Wil je ook elke week de gratis nieuwsbrief van RijschoolPro ontvangen? Vul hier jouw e-mailadres in:

Bron: Verkeerspro Auteur: Willem de Hoog Publicatie datum: Fri, 12 Jan 2018 08:24:26 +0000 Read More

Dit moet er veranderen aan de WRM volgens de lezers van RijschoolPro

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

De brancheverenigingen, het CBR, de LBKR en de opleidingsinstituten: allemaal hebben ze hun eigen visie op wat er veranderd moet worden aan de Wet Rijonderricht Motorrijtuigen. Al dan niet opgesteld in een document en verstuurd aan de politiek, in de hoop dat Den Haag het advies ter harte neemt. RijschoolPro hield afgelopen zomer een enquête onder haar lezers waarin ook de WRM aan bod kwam. We maakten een overzicht: hoe zou het advies van de lezers van RijschoolPro eruit komen te zien?

In aanloop naar de aanpassing van de Wet Rijonderricht Motorrijtuigen (WRM), onderzocht RijschoolPro (voorheen VerkeersPro) wat haar lezers graag zien veranderen aan deze wet. De enquête is verstuurd naar de ruim 10.000 nieuwsbrief-abonnees van RijschoolPro. 2.466 professionals uit de branche, voornamelijk rijschoolhouders en rijinstructeurs, namen deel aan het onderzoek. Bij de vragen uit de enquête was het mogelijk een toelichting te geven. De belangrijkste uitkomsten op een rij:

Aanpassing van de WRM

Instroomeisen

Een meerderheid van de rijschoolbranche (60 procent) vindt dat een rijinstructeur geen beginnende bestuurder mag zijn. Daarnaast vindt een groot deel dat een rijinstructeur de Nederlandse taal goed moet beheersen (71 procent) en minstens een mbo-opleiding moet hebben gevolgd (79 procent).

Quote van een respondent: “Stel dezelfde eisen aan rijinstructeurs als bij de begeleiderspas van 2toDrive: minimaal vijf jaar een rijbewijs en geen heftige overtredingen in het verleden hebben gemaakt.”

In het onderzoek heeft maar liefst 79 procent aangegeven dat de eis voor de vooropleiding moet worden verzwaard tot minstens mbo-niveau. Ruim een derde vindt dat dit zelfs minstens mbo niveau 3 moet zijn, al zien veel instructeurs zelfs graag mbo 4 of hbo als eis worden ingevoerd. Lees hier het artikel.

Aan het oefenen om instructie te geven voor je op stage gaat, wordt geen aandacht besteed.”

Opleiding en stage

De opleidingen tot rijinstructeur worden met een voldoende beoordeeld door de geënquêteerden, maar veel rijinstructeurs vinden dat de opleiding niet genoeg aansluit op de praktijk. Dit komt overeen met het gezamenlijke advies van brancheverenigingen VRB, FAM en Bovag. Bijna 40 procent van de ondervraagden vindt daarnaast dat het aantal stage-uren tijdens de opleiding omhoog moet.

Quote van een respondent: “De praktijk wordt te kort behandeld. De nadruk lag tijdens mijn opleiding voornamelijk op het behalen van de IBKI-examens maar aan het oefenen om instructie te geven voor je op stage gaat, wordt geen aandacht besteed.” Lees hier het artikel.

Bijscholing en sanctie

Er moet een andere invulling gegeven worden aan de praktische bijscholing. Van de Nederlandse rijinstucteurs is 56 procent van mening dat praktijkbegeleiding in huidige vorm moet worden afgeschaft. Volgens deze rijinstructeurs staat deze praktische bijscholing ver van de realiteit. Wel staan ze open voor ‘echte’ begeleiding.

Ik geloof eerder in een autoriteit die op grond van prestaties, klachten, VOG, boetes, etcetera een instructeur kan schorsen.

Rijinstructeurs die vóór een sanctiemogelijkheid zijn (42 procent), willen dat er meer naar het totaalplaatje wordt gekeken, in plaats van alleen het presteren tijdens een praktijkbegeleiding. Bij het sanctioneren zou bijvoorbeeld ook het slagingspercentage en klantenbeoordeling moeten meewegen. Dit sluit aan op het kwaliteitsregister dat LBKR wil invoeren. FAM, Bovag en VRB willen onder meer dat de praktijkbegeleiding voortaan wordt afgelegd met echte rijbewijsleerlingen. Om een toneelstukje te voorkomen, adviseren zij dynamische lesonderdelen te hanteren.

Quote van een respondent: “De vraag is of dit de manier is om instructeurs die niet deugen aan te pakken. Ik geloof eerder in een autoriteit die op grond van prestaties, klachten, VOG, boetes, etcetera een instructeur kan schorsen of iets dergelijks.” Lees hier het artikel.

Overige uitkomsten

Inkomen

Een ruime meerderheid van de rijinstructeurs is ontevreden over zijn inkomen. 60 procent van de rijinstructeurs en rijschoolhouders vindt dat hij te weinig verdient. Bij rijinstructeurs in loondienst ligt dit percentage nog hoger: daar gaat het om maar liefst 79 procent.

Omdat ik in onze kring al één van de duurdere ben, kan ik niet omhoog met de lesprijs

Het grootste deel hanteert een lesprijs tussen de 41 en 45 euro per uur. Toch zit nog ongeveer een derde onder de 40 euro. In een toelichting geeft verreweg het merendeel van de respondenten aan de lesprijs niet te kunnen verhogen vanwege de grote concurrentie in de regio.

Quote van een respondent: “Ik zit al zeven jaar op dit tarief (41 tot 45 euro) maar omdat ik in deze kring al één van de duurdere ben, kan ik niet omhoog. Ik zou richting de 50 euro moeten gaan voor 60 minuten.” Lees hier het artikel.

ADAS

Rijondersteunende systemen in de auto, zoals cruise control en parkeerhulp, zouden een onderdeel moeten zijn van de rijles. Op de vraag ‘Moeten rijinstructeurs hun cursisten leren over Advanced Drivers Assistance Systems (ADAS)?’ antwoordt maar liefst 78 procent met ‘ja’. Quote van een respondent: “Ja, in combinatie met aandacht voor veiligheid. Leerlingen moeten leren dat ze niet ‘op de rij-ondersteuning’ moeten rijden, maar zélf verantwoordelijkheid moeten nemen.”

Opvallend is dat de instructeurs minder enthousiast worden van het idee om ADAS verplicht te stellen in het praktijkexamen van het CBR. 39 procent vindt dit een goed idee. Quote van een respondent: “Dit hoor je tijdens de opleiding te leren. Als je dit wilt toetsen kost het meer examentijd en nog niet elke auto is met alles uitgerust. Voor nu ‘nee’ maar in de toekomst een ‘ja’.” Lees hier het artikel.

Examinatoren

Het merendeel van de rijinstructeurs is positief over de kwaliteit van de CBR-examinatoren. 67 procent vindt het functioneren van de examinatoren ‘voldoende’ en bijna een kwart geeft zelfs ‘goed’ als antwoord. Opvallend is dat hoe ouder de instructeur is, des te positiever hij of zij is over de examinator. Wel geven rijinstructeurs aan dat er per examinator soms nog te veel verschillen bestaan in manier van werken. Lees hier het artikel.

Wachttijden CBR

De rijschoolbranche ziet veel verschillende mogelijkheden om de lange wachttijden bij het CBR aan te pakken. Toch denkt ook ruim een derde dat dit probleem niet is op te lossen: het is nu eenmaal moeilijk vraag en aanbod goed op elkaar af te stemmen.

Toch zien rijinstructeurs ook kansen om de lange reserveringstermijnen tegen te gaan. Zo vinden velen het een goed idee dat de rijschool direct moet betalen bij het reserveren van een examen. Ook zien ze liever dat de examens alleen nog maar op naam kunnen worden gereserveerd. Lees hier het artikel.

Lees ook de aanbevelingen van LBKR en die van de drie brancheverenigingen. Het CBR komt binnenkort met een advies.

Wil je ook elke week de gratis nieuwsbrief van RijschoolPro ontvangen? Vul hier jouw e-mailadres in:

Bron: Verkeerspro Auteur: Nadine Kieboom Publicatie datum: Thu, 11 Jan 2018 10:24:40 +0000 Read More

Lenoir Opleidingen neemt opleidingsinstituut ROC Heerlen over

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Het Zuid-Limburgse Lenoir Opleidingen neemt Opleidingsinstituut ROC Heerlen over. De twee organisaties organiseerden in 2017 verschillende WRM-bijscholingscursussen. “De overname zat er al een tijdje aan te komen”, stelt Wilco Lenoir, eigenaar van Lenoir Opleidingen. Oprichter John Konsten is sinds 1 januari 2018 gestopt met de werkzaamheden om te zorgen voor zijn zieke vrouw.

Opleidingsinstituut ROC Heerlen is opgericht in 1994 door John Konsten en naar eigen zeggen een van de oudste opleiders van rijinstructeurs in Nederland. De organisatie heeft volgens de oprichter zo’n 500 rijinstructeurs uit de regio opgeleid.

Breder cursusaanbod

Wilco Lenoir laat weten het opleidingsinstituut met de overname vooral de focus legt op bijscholingscursussen voor rijinstructeurs. Leerlingen kunnen uit een breder aanbod aan cursusonderwerpen kiezen. Er worden ook vaker bijscholingsavonden gehouden, zowel overdag als ‘s avonds.

ROC Heerlen had geen vaste locatie, zegt Lenoir. “Kosten heeft ooit nog les gegeven boven een café. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer, de lessen vinden nu plaats in schoolgebouwen. Lenoir zegt dat als de bijscholingsavonden goed lopen, er een vaste locatie komt. “Wij geven bijscholingscursussen door heel Nederland, ik denk wel verspreid over 15 locaties.”

Leraar Motorvoertuig Techniek

John Konsten begon ooit als Leraar Motorvoertuig Techniek en werkte voordat hij het opleidingsinstituut oprichtte als examinator van het IBKI (voorheen VAM). “Omdat er in de jaren negentig in Zuid-Limburg nog geen opleider zat, ben ik begonnen met het opleiden van rijinstructeurs.” Konsten schat dat zo’n 70 procent van de rijinstructeurs in Zuid-Limburg het vak bij hem hebben geleerd.

Konsten stopt zijn werkzaamheden als docent om voor zijn zieke vrouw te zorgen, voor wie hij momenteel mantelzorger is. Voor klanten van ROC Heerlen verandert niet veel, zij kunnen als vanouds bijscholingsavonden volgen in Klimmen.

Lees ook: Rijscholen moeten premiekorting oudere werknemer gaan voorfinancieren

Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Thu, 11 Jan 2018 09:54:25 +0000

Read More

Grote verschillen in slagingspercentages CBR-examencentra

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

De slagingspercentages voor het eerste auto-examen variëren sterk per examencentrum. De CBR-locatie in Rotterdam heeft met 36,1 procent het laagste slagingspercentage van Nederland; Maastricht scoort het beste met 63,4 procent. Dat blijkt uit een data-analyse van CBR-cijfers over 2017 door RijschoolPro. 

Op provinciaal gebied is het slagingspercentage in Limburg eveneens het hoogst, namelijk 61,2 procent. Zuid-Holland staat onderaan met 44,9 procentHet CBR kan geen feitelijke conclusies verbinden aan het grote verschil tussen de CBR-examencentra. Woordvoerder Irene Heldens stelt: “Het CBR ziet dat in de meeste plaatsen waar het aandeel tussentijdsetoetsen hoog is, het slagingspercentage ook hoger uitvalt.”

De cijfers die zijn geanalyseerd beslaan de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017. Daarin was het gemiddelde slagingspercentage voor het eerste praktijkexamen voor de auto 50,3 procent. Het gemiddelde slagingspercentage voor het herexamen B was in deze periode 50,5 procent.

Structureel probleem

Maastricht, Horn, Almelo, Sittard en Urmond blijken toplocaties te zijn om je rijbewijs te halen. De slagingspercentages liggen op deze plekken met zestig procent een stuk hoger dan het landelijk gemiddelde.

Aan de onderkant halen Rotterdam en Barendrecht niet eens de 40 procent. In Rotterdam, waar examinatoren in het afgelopen jaar 8.394 eerste B examens afnamen, ligt het slagingspercentage slechts op 36,1 procent. Het lage slagingspercentage in deze regio is de laatste jaren een structureel probleem. In 2015 was het slagingspercentage in Rotterdam nog 37,1 procent, en twee jaar daarvoor lag het slagingspercentage tussen de 36 en 40 procent. 

Herexamen

Bij de herexamens is dezelfde trend te zien. De randstad scoort slecht, Rotterdam, Amsterdam, Gouda en Barendrecht blijven allemaal onder de 50 procent. Het platteland levert meer geslaagden dan de stedelijke gebieden. Het slagingspercentage ligt in Almelo, Emmen en Terneuzen rond de 60 procent.

Wat nog meer opvalt is dat slecht scorende CBR-examencentra relatief veel examens afnemen. Locaties als Rotterdam, Rijswijk en Amsterdam nemen in totaal rond de twintigduizend examens per jaar af. Bij goed scorende examencentra ligt dit aantal rond de drieduizend.

Provinciale verschillen

Naast verschillen tussen de examencentra is er ook een duidelijk verschil tussen de provincies te zien. Wat opvalt is dat Zuid-Holland (44,9 procent) en Noord-Holland (49,7 procent) het landelijk gemiddelde naar beneden halen, mede omdat hier de meeste examens worden afgenomen. Limburg en Overijssel scoren het beste, 57 procent van de leerlingen slaagt hier voor het eerste auto-examen.

RijschoolPro vergeleek de verschillen twee jaar geleden ook al. Toen kwamen globaal gezien dezelfde cijfers naar boven. De uitersten zijn wel groter geworden. Het verschil tussen het hoogste en laagste slagingspercentage was twee jaar geleden 23,4 procent. Dat verschil is afgelopen jaar opgelopen naar 27,3 procent.

Lees ook:

Wil je ook elke week de gratis nieuwsbrief van RijschoolPro ontvangen? Vul hier jouw e-mailadres in:

Bron: Verkeerspro Auteur: Willem de Hoog Publicatie datum: Thu, 18 Jan 2018 08:50:07 +0000 Read More

Keren door middel van steken populairste praktische bijscholing

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

‘Keren door middel van steken’ is het meest gekozen lesonderwerp voor de WRM-praktijkbegeleiding. 37 procent van de kandidaten koos in 2017 dit lesonderdeel tijdens de praktijkbegeleiding voor de categorie B. Op de tweede plek, met 35 procent, staat ‘achteruit parkeren in een aangegeven vak’. ‘De denkbeeldige acht’ was in het voorbije jaar het populairste lesonderwerp voor de categorie A.

Naast het ‘keren door middel van steken’ en ‘het achteruit parkeren in een vak’ kiezen kandidaten ook vaak voor ‘achteruit rijden in een aangegeven bocht’ (18 procent). In 2017 nam het IBKI 4.195 praktische bijscholingen af. Van 42 instructeurs werd de bevoegdheid niet verlengd.

Motor en vrachtauto

‘De denkbeeldige acht’ was in 2017 het meest gekozen lesonderwerp voor de categorie A WRM-bijscholing. Maar liefst 51 procent van de instructeurs koos voor deze les. Op de tweede plek stond ‘de halve draai’ (40 procent) en op de laatste plek stond ‘de langzame slalom’ (9 procent).

Het meest gekozen lesonderdeel voor vrachtwagen en E achter B was ‘de bocht achteruit’. 60 procent van de kandidaten koos dit als onderwerp. Op de twee plek staat ‘achteruit rijden middels een bocht naar een laadperron’ (31 procent). ‘Links en rechts afslaan’ werd in 9 procent van de gevallen gekozen.

Dynamische lesonderdelen

Uit de gegevens van het IBKI blijkt dat er niet veel variatie is tussen lesonderwerpen. In 2017 zijn er voor de categorie B maar 5 verschillende lesonderdelen gekozen, en voor de motor slechts 3.

Dynamische lesonderdelen moeten voorkomen dat rijinstructeurs steeds dezelfde les kiezen, zo stellen brancheverenigingen VRB, Bovag en FAM. De organisaties stelden een aanbevelingsdocument op in aanloop naar de aanpassing van de Wet Rijonderricht Motorrijtuigen. De organisaties stellen dat het ‘toneelstuk’, zoals de praktijkbegeleiding genoemd wordt, voorkomen wordt als rijinstructeurs een half uur van tevoren horen welk lesonderdeel zij moeten behandelen tijdens een WRM-praktijktoets of praktijkbegeleiding.

Het IBKI monitort de ontwikkelingen van de theoretische en praktische WRM-bijscholing. De gegevens worden vervolgens aan de Centrale Examen Commissie (CEC) geleverd. De CEC, die advies geeft aan IBKI, gebruikt deze gegevens als achtergrondinformatie over aanpassingen die nodig zouden zijn om de praktijkbegeleiding te verbeteren.

Lees ook: 

Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Wed, 17 Jan 2018 15:05:24 +0000

Read More

‘Informatievoorziening autorijden met diabetes schiet tekort’

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

De informatievoorziening rond autorijden met diabetes is te gering. Er is informatie te vinden op verschillende sites, maar dit wordt nog onvoldoende gevonden. Dat blijkt uit een onderzoek dat het CBR liet uitvoeren in opdracht van voormalig minister van Infrastructuur Melanie Schultz van Haegen.

De rapportage van marktonderzoekbureau Ferro Explore toont aan dat er verschillende drempels zijn die diabetespatiënten ervan weerhouden om het onderwerp bespreekbaar te maken. Zelfredzaamheid is momenteel van groot belang bij mensen met diabetes. Daarnaast komt het onderwerp autorijden niet ter sprake wanneer mensen met diabetes een bezoek brengen aan artsen en huisartsen.

Patiënten voelen zich niet ziek

Een van de conclusies is dat diabetespatiënten zich niet ziek voelen. In principe kunnen mensen met diabetes goed functioneren, zolang zij geen hypo’s hebben. Bij een hypo is de glucosewaarde uit balans, en kan de patiënt trillerig of sloom worden. Omdat mensen met diabetes zich vaak niet ziek voelen, creëert dit een natuurlijke drempel om informatie over diabetes en autorijden tot zich te nemen. Patiënten hebben het gevoel dat ze ‘in control’ zijn. Wanneer ze het onderwerp bespreekbaar maken, verliezen ze deze controle. Bovendien is er een emotionele drempel. Zo zijn mensen met diabetes bang om het rijbewijs te verliezen of een aantekening te krijgen op het rijbewijs.

De drempels zijn momenteel te emotioneel van aard, en daarom werkt de huidige informatieverschaffing, die proceduregericht is, niet. De onderzoekers bevelen artsen aan om het met patiënten in een zo vroeg mogelijk stadium over autorijden en de ziekte te hebben. “Hierdoor wordt nadenken over de eigen verantwoordelijkheid gewoner en realistischer.”

Daarnaast geeft het rapport het CBR advies om zich niet alleen te richten op de procedure, maar ook tips te verschaffen zodat de patiënt zijn verantwoordelijkheid kan nemen.

Huisartsen

Artsen en huisartsen noemen de informatiestroom over autorijden met diabetes ‘zeer gebrekkig’. Daarbij komt het ziektebeeld in combinatie met autorijden nauwelijks ter sprake, behalve als de medicatie er directe aanleiding toe geeft. Een arts stelt in het rapport:Het is niet iets dat mij als eerste te binnen schiet om tegen iemand te zeggen. In alle eerlijkheid komt dat niet aan de orde.”

Medici stellen in het rapport over onvoldoende informatie te beschikken om dit onderwerp op een juiste wijze ter sprake te brengen. Sommige artsen geven aan niet precies te weten wanneer een patiënt zich moet melden bij het CBR.

Taak instructeur

Diabetesvereniging Nederland ziet dat er veel onduidelijkheid is rondom het rijbewijs. Vorig jaar kreeg de vereniging 280 meldingen over het rijbewijs. De vereniging stelde vorige maand dat instructeurs de ziekte bespreekbaar moeten maken tijdens de rijopleiding.

Het is volgens Dharma Behari, jurist bij DVN, belangrijk dat de rijinstructeur in een vroeg stadium van de rijopleiding de procedure bespreekt. “Als de instructeur weet dat iemand diabetes heeft, laat die persoon dan aan het begin van de rijopleiding de procedure doorlopen. Het komt wel eens voor dat iemand met diabetes niet rijgeschikt is, terwijl er dan wel al veel geld in is gestoken.”

Mijn Cbr

Het CBR heeft sinds kort een nieuwe klantenportaal, Mijn.CBR.nl, die inspeelt op de verschillende informatiebehoeften van haar klanten. Het onderzoek geeft aanknopingspunten voor het verbeteren van de communicatie over autorijden met een medische aandoening. Het CBR gaat in samenwerking met het ministerie in 2018 de communicatie over autorijden met een medische aandoening verder verbeteren.

Lees ook: Leerling met diabetes moet vroeg beginnen aan rijgeschiktheidsprocedure

Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Wed, 17 Jan 2018 11:36:48 +0000

Read More

Meer instructeurs verliezen WRM-bevoegdheidspas

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Het aantal rijinstructeurs dat zakte voor het WRM-herexamen is opnieuw gestegen. In 2017 verloren 42 instructeurs de WRM-bevoegdheidspas omdat zij de praktijkbegeleiding niet succesvol hebben afgelegd. Examinatoren van het IBKI namen in totaal 120 derde praktische bijscholingsexamens af. 

Het IBKI nam over het geheel van afgelopen jaar 4.195 praktische bijscholingen af. Het gemiddelde slagingspercentage voor de praktische bijscholing ligt op 77 procent.

‘Feedback moment’

Opvallend is dat het slagingspercentage voor de eerste praktijkbegeleiding beduidend lager ligt (61 procent) dan de tweede praktijkbegeleiding (92 procent). Volgens IBKI-directeur Jim Schouten komt dit omdat veel rijinstructeurs zich minder goed voorbereiden voor de eerste bijscholing. “Rijinstructeurs zien dit vaak als een geschikt moment voor feedback zonder sanctie.”

Van 40 instructeurs werd de bevoegdheid voor de B categorie niet verlengd. Bij twee instructeurs ging het om meerdere categorieën, zij deden herexamen voor de categorie C.

Meer instructeurs verliezen bevoegdheid

Het aantal instructeurs van wie de bevoegdheid niet wordt verlengd loopt al een aantal jaar op. In 2016 raakten 37 instructeurs de bevoegdheid kwijt; dit aantal lag de drie voorgaande jaren op 16. Ook is er een dalende lijn te zien in de slagingspercentages voor de eerste praktijkbegeleiding. Deze ging van rond de 90 procent in 2011 naar een krappe 60 procent in 2017. Volgens IBKI is deze daling te verklaren doordat in 2011 en 2012 de eerste praktijkbegeleiding meteen meetelde voor het verlengen van de WRM-bevoegdheid.

Het aantal instructeurs dat zakte voor de tweede bijscholingsrit is wel afgenomen. In 2016 zakten 159 instructeurs voor de tweede praktijkbegeleiding, terwijl dit afgelopen jaar daalde naar 130.

Kritiek praktijkbegeleiding

Vanuit de rijschoolbranche is al jaren kritiek op de praktijkbegeleiding. FAM, VRB en Bovag presenteerden afgelopen jaar het aanbevelingsdocument dat zij gezamenlijk hebben opgesteld. Daarin geven zij ook advies over een nieuwe indeling van de praktische bijscholing. In de nieuwe vorm horen rijinstructeurs een half uur van tevoren welk lesonderdeel zij moeten behandelen tijdens een WRM-praktijktoets. Hiermee wordt volgens de brancheorganisaties voorkomen dat de instructeur met de leerling een toneelstukje opvoert.

De brancheorganisaties willen het aantal praktische bijscholingen terugschroeven van twee naar één keer per vijf jaar. Daarnaast pleiten de organisaties voor een extra herkansingsmogelijkheid. Deze moet volgens hen gemaximaliseerd worden tot twee keer (maximaal drie keer praktijkbegeleiding).

LBKR raadt in haar aanbevelingsdocument het kwaliteitsregister aan. Deze maatregel moet de huidige praktijkbegeleiding vervangen. Het CBR komt binnenkort ook met een advies.

Lees ook:

Wil je ook elke week de gratis nieuwsbrief van RijschoolPro ontvangen? Vul hier jouw e-mailadres in:

Bron: Verkeerspro Auteur: Willem de Hoog Publicatie datum: Tue, 16 Jan 2018 12:55:26 +0000 Read More

Maastricht heeft laagste percentage jongeren met rijbewijs

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Jongeren in Maastricht hebben het minst vaak een rijbewijs. Slechts 48 procent van de jongeren tussen de 18 en 30 jaar bezitten het roze pasje, gevolgd door Den Haag en Schiermonnikoog (53 procent). Dat blijkt uit onderzoek van het CBS. In de gemeenten Tubbergen, Reusel-De Mierden, Oirschot, Aalburg en Staphorst is het rijbewijsbezit onder jongeren het hoogst met meer dan 85 procent.

Begin 2015 telde Nederland 2,5 miljoen jongeren tussen 18 en 30 jaar. Van hen had 68 procent een autorijbewijs, nog geen 30 procent had een auto op zijn of haar naam staan.  Uit het CBS-onderzoek blijkt dat er een groot verschil is in auto- en rijbewijsbezit tussen jongeren in stedelijke gebieden en jongeren die op het platteland wonen. Bijna 80 procent van de jongeren van het platteland had in 2015 een rijbewijs; 40 procent bezit een auto.

Jongeren in zeer sterk verstedelijkte gebieden hadden met 60 procent veel minder vaak een rijbewijs; 19 procent van de jongeren heeft een auto. Dit heeft niet alleen te maken met het lagere rijbewijsbezit. In grote steden zijn parkeerplaatsen schaars. Voorzieningen zijn vaker dichtbij en er kan meer gebruik gemaakt worden van alternatieven zoals het openbaar vervoer en de fiets.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Studerenden en werkenden

Ook is er een groot verschil in rijbewijs- en autobezit tussen werkende en studerende jongeren. Het inkomen speelt hierbij een belangrijke rol. Van de studerenden had 60 procent een rijbewijs en 8 procent had een auto. Van de werkenden had 83 procent een rijbewijs en 48 procent bezat een auto. De universiteitssteden springen eruit als gemeenten waar relatief weinig jongeren een rijbewijs en auto bezitten. Maar ook tussen universiteitssteden zijn er verschillen in auto- en rijbewijsbezit. Nijmeegse studenten hebben namelijk vaker een rijbewijs (67 procent) dan Rotterdamse (51 procent).

Lees ook: Aantal 18-jarigen daalt de komende 20 jaar

Bron: Verkeerspro
Auteur: Nadine Kieboom
Publicatie datum: Tue, 16 Jan 2018 10:29:14 +0000

Read More