Category

Verkeerspro

Het dilemma van wegbeheerders: de zelfrijdende auto

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Hoewel niemand nog weet hoe het verkeer er in de toekomst precies uit komt te zien, moeten wegbeheerders nu al inspelen op de ontwikkelingen. Verkeerskundige John Boender is werkzaam bij CROW en werkt aan richtlijnen om infrastructuur geschikt te maken voor auto’s met ADAS en, uiteindelijk, de zelfrijdende auto. Hij vertelt over de uitdagingen die wegbeheerders te wachten staan. 

John Boender houdt zich bezig met het maken en actueel houden van ontwerprichtlijnen voor wegen, voor Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten en waterschappen. “Doel is dat de wegen herkenbaar en uniform zijn voor de verkeersdeelnemers. De automobilist die van A naar B wil, moet alleen maar elementen in wegen tegenkomen die hij kent en waarbij hij weet wat hij moet doen.”

Veilige oplossing

Wat nu een veilige en logische oplossing is voor automobilisten, hoeft lang niet zo logisch te zijn voor zelfrijdende auto’s. “Een rotonde is nu bijvoorbeeld veilig omdat mensen met elkaar contact maken. Heeft de zelfrijdende auto straks nog een rotonde nodig? De voertuigen communiceren toch al met elkaar. Is een kruispunt dan niet logischer?”

De beslissingen die we nu nemen mogen de ontwikkelingen van de zelfrijdende auto niet in de weg staan

CROW heeft samen met Rijkswaterstaat verkenningen laten uitvoeren rond de vraag: wat betekenen de ontwikkelingen rond zelfrijdende auto’s voor het wegennet? Op dit moment zijn aanpassingen van het wegennet nog niet noodzakelijk, vertelt Boender. “Wel moeten we flexibel zijn naar de toekomst. We kunnen nu geen beslissingen nemen die het in de toekomst moeilijk of onmogelijk maken om de zelfrijdende auto te faciliteren.”

Uiteraard is dit geen kwestie waar alleen Nederland mee bezig is. Rijkswaterstaat is daarom betrokken bij diverse internationale overleggen. “De kennis die uit onze verkenningen komt, wordt ook weer internationaal gedeeld.”

Spaghetti

Een belangrijk verschil tussen de ‘gewone’ en de zelfrijdende auto’s is bijvoorbeeld de veiligheidsmarge, legt Boender uit. “Wanneer wij met onze auto willen invoegen op de snelweg, en het is druk, dan kunnen we invoegen door goed te kijken, de richtingaanwijzer te gebruiken en ons er tussen te ‘duwen’. Het is immers geven en nemen. Een zelfrijdende auto kan dit niet, aangezien die niet met het ‘gewone’ verkeer praat. Bovendien heeft deze auto te maken met zijn veiligheidsmarge. Wij hebben misschien maar 5 meter ruimte nodig, maar de zelfrijdende auto  wellicht 10 meter. Het invoegen in druk verkeer wordt daarom lastiger. Moeten we die in- en uitvoegstroken daarom langer maken?”

Een ander voorbeeld: de ‘spaghetti’s’ zoals bij Eindhoven. Een knooppunt met banen die bestaan uit één rijstrook. “Veilig voor ons, maar voor de zelfrijdende auto is dat misschien niet de beste oplossing. Als zij met elkaar kunnen communiceren, hoeven ze niet op losse stroken te rijden, want ze geven elkaar toch al voldoende ruimte. In dat geval is een weg met vijf rijstroken zoals tussen Utrecht en Amsterdam wellicht een betere oplossing.”

Versmalling

Oud-minister Melanie Schultz van Haegen wilde dat Nederland voorop loopt als testland voor zelfrijdende voertuigen. Haar zogeheten experimenteerwet is in gang gezet en inmiddels bijna rond. Als de wetswijziging is doorgevoerd, kunnen bedrijven een vergunning krijgen om experimenten uit te voeren op de openbare weg met zelfrijdende voertuigen zonder bestuurder.

Ook CROW wordt bij deze experimenten betrokken. “Wij geven advies aan wegbeheerders over aanpassingen die wellicht nodig zijn. Als een zelfrijdend voertuig bij een test bijvoorbeeld door een versmalling moet rijden, kan dat in sommige gevallen lastig worden. De auto houdt namelijk een veiligheidsmarge aan waardoor die misschien niet door de versmalling past. Ook kunnen we bepaalde verkeerssituaties aanbevelen als onderdeel van een pilot. Zo proberen we nog wat extra onderzoeksvragen mee te geven waar anderen ook iets aan hebben.”

Gaan sensoren uit van perfecte strepen op de weg? Dan moet de wegmarkering continu 100 procent bijgewerkt zijn. Dat kan niet.

De RDW houdt zich bezig met de voertuigeisen en SWOV kijkt naar het verkeersveiligheid-aspect. “CROW krijgt hulp van wegbeheerders die al ervaring hebben met het testen met zelfrijdende voertuigen. Zij zijn ondergebracht in de Taskforce Dutch Roads. Zij kijken mee naar pilots en geven advies aan de betreffende wegbeheerder en de RDW. Je moet namelijk van elkaar en van iedere test kunnen leren om stappen te kunnen maken.”

Wegmarkering

Om als gemeente mee te kunnen doen aan zo’n experiment, is het van belang dat de wegmarkering op orde is. “Veel systemen, zoals rijstrookassistentie, werken met sensoren. Deze zoeken de markering op de weg en reageren daarop.” Wegbeheerders hebben sowieso al de taak om markering op orde te hebben, vertelt Boender. “Toch zie je weleens dat een stukje markering is weggesleten. Als automobilist begrijp je wel dat een streep gewoon doorloopt, ook al is die op sommige plaatsen slecht zichtbaar. Maar begrijpen de sensoren dat ook? Of gaan die uit van perfecte strepen? Dat zou betekenen dat de belijning continu 100 procent bijgewerkt moet zijn. Dat kan niet.”

Er is overleg nodig tussen makers van deze systemen en de wegbeheerders.

Bovendien zijn er nog wegen die helemaal geen markering hebben. “Je moet er 100 procent vanuit kunnen gaan dat de auto de controle houdt, of dat de auto op tijd het stuur teruggeeft aan de automobilist wanneer de systemen het even niet meer weten. Er is daarom ook overleg nodig tussen makers van deze systemen en de wegbeheerders. Dat kun je niet als gemeente of als Nederland alleen doen. Hier is het overkoepelende Europese overleg voor nodig, want dit dilemma komt in elk land voor.”

Lees ook: Nieuwe borden op kruispunt Friesland passen zich automatisch aan

Bron: Verkeerspro
Auteur: Nadine Kieboom
Publicatie datum: Mon, 20 Aug 2018 07:10:36 +0000

Read More

Psychiater mag rapportage niet aanpassen op verzoek van CBR

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Een bestuurder heeft bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Groningen een klacht ingediend tegen een psychiater. De psychiater heeft zijn deskundigenrapportage aangepast op verzoek van een medisch adviseur van het CBR. De klacht van de automobilist werd gegrond verklaard.

Dat meldt de Nationale Zorggids. De automobilist was met te veel alcohol op achter het stuur aangehouden. Aangezien dit al eens eerder was gebeurd, moest de automobilist een rijbewijskeuring ondergaan bij het CBR met als doel te bekijken of hij wel geschikt is om zijn rijbewijs te behouden.

De eerste arts die dit onderzoek verrichtte, had geconcludeerd dat bij de automobilist nog steeds sprake was van alcoholmisbruik. Daar was de man niet mee eens. Hij vroeg daarom een second opinion aan, waarvoor de in deze zaak aangeklaagde psychiater werd aangesteld. Deze concludeerde dat de klager zich niet meer schuldig maakte aan alcoholmisbruik.

Blokkeringsrecht

Vervolgens werd de psychiater benaderd door een medisch adviseur van het CBR die hem erop wees dat bepaalde bevindingen in zijn rapport onjuist waren. Hij verzocht de psychiater om één en ander aan te passen. Dat gebeurde ook, zonder overleg met de automobilist.

Daarop diende de automobilist een klacht in bij het Tuchtcollege. Het college verklaarde de klacht gegrond. De psychiater had namelijk niet op verzoek van een medisch adviseur van het CBR, en zelfs zonder klager hierover te horen, zijn rapportage mogen aanpassen. Ook had hij de klager inderdaad op het blokkeringsrecht moeten wijzen: het recht dat de automoblist heeft om de rapportages niet aan het CBR te verstrekken.

Het college ontzegt de psychiater de bevoegdheid om nog langer deskundigenrapportages op te stellen. Hierop is de psychiater in hoger beroep gegaan. Deze zaak loopt nog.

Lees ook: Ombudsman: klacht depressieve vrouw over CBR gegrond

Bron: Verkeerspro
Auteur: Nadine Kieboom
Publicatie datum: Fri, 17 Aug 2018 07:15:23 +0000

Read More

Ministerie: opleiders Code 95 moeten zich voorbereiden

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat roept verkeersscholen op zich voor te bereiden op de wetswijziging rond Code 95, waarbij oudere beroepschauffeurs alsnog de verplichte nascholing moeten volgen. Dat meldt Bovag na een gesprek tussen brancheverenigingen, de transportsector en het ministerie. 

Brancheverenigingen Bovag, FAM en VRB zijn samen met onder andere de transportsector vorige week op gesprek geweest bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om te praten over Code 95. Het ministerie roept de opleiders op om zich voor te bereiden en relevante nascholing aan te bieden, laat Bovag weten.

Europese richtlijn

Nederland heeft op het gebied van de verplichte nascholing voor beroepschauffeus de Europese richtlijn niet goed uitgevoerd. Chauffeurs geboren voor 1 juli 1955 kregen namelijk tot een paar jaar geleden de Code 95 op hun rijbewijs, terwijl ze hier niet de verplichte nascholing voor hebben gevolgd. Per 1 juni 2015 is deze uitzondering geschrapt en is Nederland gestopt met het ‘cadeau geven’ van de Code 95.

Dit is echter niet voldoende voor de Europese Commissie. Om te voorkomen dat deze zaak voor het Hof van Justitie belandt, kondigde minister Van Nieuwenhuizen aan dat de groep chauffeurs die de Code 95 cadeau kreeg, alsnog de schoolbanken in moet. Het kabinet gaat een wetswijziging voorstellen die het mogelijk maakt de verstrekte codes in te trekken.

De verwachting is dat de wetswijziging per januari 2020 ingaat. Is iemand voor 1 juli 1955 geboren, dan moet het rijbewijs met Code 95 omgewisseld worden naar een rijbewijs zonder vermelding, meldt Bovag. Chauffeurs moeten 35 uur nascholing volgen om voor de periode van vijf jaar weer Code 95 bij te laten schrijven.

Impact rijschoolbranche

Volgens Ruud Rutten, voorzitter van FAM, is het nog onduidelijk wat precies de impact gaat zijn van de wetswijziging. “De vraag is of de oudere chauffeurs straks willen blijven rijden of met pensioen gaan. Hier moet meer onderzoek naar gedaan worden. Ook hebben we aangegeven dat het ministerie de chauffeurs op de hoogte moeten brengen, met het advies dat ze tijdig moeten beginnen met de nascholing.” Het ministerie heeft toegezegd alle branchepartijen en chauffeurs op wie de wet van toepassing is, een brief te sturen met alle informatie.

Examenachterstanden

De plannen van de minister hebben de afgelopen twee weken tot veel ophef geleid. De branche vreest dat oudere chauffeurs af gaan haken als zij de verplichte nascholing moeten volgen, terwijl er nu al een groot tekort is aan vrachtwagenchauffeurs. Er wordt ook gekeken of het mogelijk is om gepensioneerde chauffeurs terug te halen in de branche.

Bovag vindt dat verkeersveiligheid en de kwaliteit van nascholing voorop moeten blijven staan. Jos van den Broek: “We zien ook oplossingen in het wegwerken van de examenachterstanden bij het CBR, waardoor sneller nieuwe chauffeurs de branche in kunnen stromen. Daarover zijn we ook met de overheid en CBR in gesprek.”

Lees ook:

Bron: Verkeerspro
Auteur: Nadine Kieboom
Publicatie datum: Thu, 16 Aug 2018 08:18:55 +0000

Read More

Chaos met reserveren rijexamens in Duitsland

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Na de invoering van een nieuw reserveringssysteem is er een puinhoop ontstaan bij het reserveren van theorie- en praktijkexamens in een deel van Duitsland. Er zijn niet genoeg examendata beschikbaar en de momenten die vrijkomen, zijn pas op het laatste moment zichtbaar. Duizenden rijscholen en hun leerlingen zijn de dupe. Op andere plaatsen in Duitsland zijn er juist problemen door een tekort aan examinatoren.

In juni 2018 introduceerde TÜV Süd nieuwe software voor het reserveren van examens en een nieuwe online service voor rijscholen. Baden-Württemberg was de eerste regio waar het nieuwe systeem is gelanceerd. Dat ging niet zoals gepland. De problemen stapelden zich op: rijscholen zijn niet goed voorgelicht, gegevens zijn niet goed overgezet, en het belangrijkste: er waren geen examendata beschikbaar.

Slechte timing

Rijscholen hebben al gezamenlijk een brief gestuurd naar hun leerlingen en ouders om uit te leggen dat de schuld van de chaos niet bij de rijscholen ligt, maar dat ze voor klachten bij deTÜV Süd moeten zijn. Het ministerie van Transport in Stuttgart geeft toe dat er problemen zijn. Er zijn extra examinatoren ingezet op zaterdagen om de schade enigszins te beperken. De uitrol van de nieuwe software voor de andere regio’s is voorlopig gepauzeerd totdat de problemen zijn opgelost. Het ministerie blijft ervan overtuigd dat het nieuwe systeem uiteindelijk tot een verbetering zal leiden.

Rijscholen zijn ook boos over de timing van de uitrol: “In plaats van te kiezen voor de rustige maanden rond Kerst en Nieuwjaar, kiest TÜV voor een moment vlak voor de zomervakantie, waarin jongeren meer tijd hebben om hun rijbewijs te halen”, zegt een rijschoolhouder tegen Duitse media. De Duitse rijschoolhouders klagen ook over de monopoliepositie van TÜV, zoals ook de positie van het CBR bij Nederlandse rijscholen steeds weer ter sprake komt. “We kunnen niet om TÜV heen.”

Te weinig personeel

In het noorden van Duitsland zijn rijscholen ook gefrustreerd, maar daar ligt de oorzaak bij het personeelstekort bij TÜV Nord, vergelijkbaar met de problemen in Nederland:  “Een paar jaar geleden hebben we onze personeelsplanning aangepast aan de voorspelde demografische ontwikkeling”, zegt een woordvoerder van TÜV Nord. Het bleek echter anders te lopen. Het aantal rijbewijsexamens is toegenomen. In 2017 steeg het met tien procent, in de eerste helft van 2018 met nog eens 5,3 procent.

Daar zijn verschillende redenen voor. Zo is er een grote vraag naar het motorrijbewijs. Daarnaast zijn er meer examenkandidaten die zakken en dus voor een tweede of derde keer het examen moeten afleggen. Ook heeft de golf van vluchtelingen invloed: Om hun buitenlandse rijbewijs erkend te krijgen, moeten ze het theorie- en oefenexamen doen. In plaats van enkele rijlessen te nemen, zouden zij meteen naar de examens gaan, om vervolgens vaak te zakken.

Lees ook: CBR wordt strenger: examens vaker afgebroken bij gevaar

Bron: Verkeerspro
Auteur: Nadine Kieboom
Publicatie datum: Wed, 15 Aug 2018 11:25:10 +0000

Read More

Politie berispt rijschool voor stilstaan op stoep

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Wijkagenten in de gemeente Aalburg hebben een rijinstructeur aangesproken nadat zijn leerling de lesauto op de stoep had geparkeerd. ‘Als dit een examen was geweest, was de leerling gezakt’. 

In één van de Aalburgse kernen troffen wijkagenten een lesauto op de stoep aan, schrijft Brabants Dagblad. ,,En dat hoort niet”, aldus de de wijkagenten. “De stoep is voor voetgangers, daar mag je niet op rijden en niet op stilstaan.” De instructeur verklaarde dat het maar ‘eventjes’ was, maar daar neemt de politie geen genoegen mee.

‘Flauwekul’

De politie vervolgt: ,,De instructeur deed het af als flauwekul, maar dat is het natuurlijk niet. Als dit een examen was, dan was de leerling gezakt. Gelukkig voor de leerling was het een gewone rijles.”

De instructeur werkt ‘voor een grotere rijschool ergens in Brabant’. De politie laat weten het bedrijf te zullen aanschrijven. ,,We vinden dat een rijschool het moet weten als een instructeur de verkeersregels niet serieus neemt, we sturen de brief als waarschuwing.”

Lees ook: Instructeur moet rijles afbreken na controle politie

Bron: Verkeerspro
Auteur: Nadine Kieboom
Publicatie datum: Mon, 27 Aug 2018 09:53:15 +0000

Read More

Nederland telt meeste publieke laadpalen in de Europese Unie

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Nederland telt veruit het grootste aantal publieke laadpalen voor elektrische auto’s in de Europese Unie. Van alle publieke laadpunten, stonden er eind juni 2018 32.875 (28,1%) in Nederland. Dit blijkt uit de recentste cijfers van RAI Vereniging, de sectororganisatie van de fabrikanten en importeurs van auto’s.

Binnen de EU loopt Nederland voorop bij de introductie van elektrische auto’s. Tussen januari 2010 en juni 2018 is het totaal aantal laadpalen – openbaar en privaat – in Nederland gegroeid van 400 naar 122.036. Het Nederlandse publieke laadnetwerk (32.875) is beduidend groter dan van Duitsland (25.241), Frankrijk (16.311) en het Verenigd Koninkrijk (14.256).

Fiscale stimulering

De enorme groei van laadinfrastructuur is volgens RAI Vereniging vooral te danken aan de fiscale stimulering van plug-in hybrides (PHEV) en volledig elektrische auto’s. Dankzij deze stimulering telde Nederland in juni van dit jaar in totaal 122.305 elektrische personenauto’s. Hiervan zijn 93.186 PHEV’s en 29.119 volledig elektrische auto’s. Sinds 1 januari 2017 worden zakelijk alleen nog volledig elektrische auto’s gestimuleerd met een lage bijtelling van 4%. De verkoop van PHEV’s is sinds de piek in 2015 met 39.763 registraties, daardoor gedaald naar 1.100 PHEV’s in de eerste zes maanden van 2018. Het aandeel volledig elektrische auto’s blijft echter groeien. Werden in heel 2017 nog 7.958 nieuwe elektrische auto’s geregistreerd, halverwege dit jaar stond de teller al op 7.947. RAI Vereniging verwacht dat dit jaar circa 15.000 nieuwe volelektrische auto’s de showroom verlaten.

België telde einde juni 1.765 publieke laadpalen. In heel het noordwesten van de EU heeft alleen Luxemburg er minder (337). De vergelijking met koploper Nederland toont misschien een te schrijnend beeld, maar België blijft ook achter bij qua inwonersaantal vergelijkbare landen zoals Zweden (4.733) en Oostenrijk (3.706) of het qua oppervlakte vergelijkbare Denemarken (2.582).

Populairste auto’s

RAI Vereniging weet ook welke nieuwe personenwagens in Nederland het populairst waren in de eerste helft van 2018. Bij de volledig elektrische wagens was dit de Tesla S (1.761 verkopen), voor de Nissan Leaf (1.239) en de Volkswagen Golf (1.178). Bij de PHEV’s scoorde de Porsche Panamera (220) het best, voor de Volvo XC60 (135) en de Mitsubishi Outlander (130).

Lees ook: Natuur & Milieu: schoon vervoer heeft weinig prioriteit bij grote steden

Bron: Verkeerspro
Auteur: Redactie
Publicatie datum: Fri, 24 Aug 2018 06:15:40 +0000

Read More

Natuur & Milieu: schoon vervoer heeft weinig prioriteit bij grote steden

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Grote steden in Nederland laten te weinig ambitie zien op het gebied van duurzame mobiliteit. Dat blijkt uit een analyse van Natuur & Milieu. De maatschappelijke organisatie nam de nieuwe collegeakkoorden van de 32 meest dichtbevolkte gemeenten onder de loep en concludeert dat er nog volop werk aan de winkel is. Vooral de maatregelen op het gebied van elektrisch rijden blijven achter. Bestaande projecten en plannen werden niet in het onderzoek meegenomen.

Investeren in laadpalen is nog lang geen vanzelfsprekendheid, zo blijkt uit de plannen van de nieuwe colleges. In minder dan de helft van de onderzochte akkoorden wordt gesproken over extra oplaadmogelijkheden. In een derde van de collegeakkoorden wordt zelfs met geen woord gerept over elektrisch rijden. “Een kwalijke zaak”, vindt directeur Marjolein Demmers, van Natuur & Milieu. “Steden hebben de sleutel in handen richting schonere lucht en een lagere CO2-uitstoot. Vooral zij kunnen maatregelen nemen die noodzakelijk zijn om de doelstellingen uit het Klimaatakkoord te behalen.”

Mix van maatregelen

Slechts 4 van de 32 onderzochte gemeenten scoren een ‘goed’. Zij hebben aandacht voor een brede range van maatregelen om mobiliteit in de stad te verduurzamen. Naast elektrische mobiliteit, werd onder meer gekeken naar het wel of niet hanteren van een milieuzone, waarbij bepaalde auto’s en andere voertuigen worden geweerd uit het centrum. Ook duurzame stadsdistributie en plannen voor een emissieloos openbaar vervoer werden meegenomen in het onderzoek. Gemeenten met veel concrete ambities zijn Utrecht, Den Haag, Leiden en Zaanstad.

Bron: Verkeerspro
Auteur: Remco Nieuwenbroek
Publicatie datum: Thu, 23 Aug 2018 09:16:08 +0000

Read More

‘Nieuwe jeugd in rijschoolbranche wordt met oude ideeën opgeleid’

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Hij hoort het de examinatoren regelmatig vragen: staan de systemen aan? “Hoezo, staan de systemen aan? ADAS is niet iets wat je met één knop aan of uit kunt zetten.” Rijschoolhouder Ernest Alvares van Veronica Verkeersschool is een klein jaar onderweg met zijn opleiding ‘Ik les 100% zelfrijdend’. Op het Nationaal Rijschool Congres 2018 vertelt hij over zijn ervaring en kijkt hij hoe het op het gebied van innovatie gesteld staat in de rijschoolbranche. 

Veel mensen weten het maar al te goed: Ernest Alvares neemt geen blad voor de mond. Oók niet tegenover het CBR. Zijn kritiek levert vaak genoeg verhitte discussies op tussen examinatoren en andere collega’s uit de branche. Of je het nu met hem eens bent of niet: Alvares weet met zijn opvallende en vooruitstrevende projecten de aandacht op zich te vestigen. Niet alleen op zijn rijschool, ook op belangrijke maatschappelijke thema’s, zoals milieu en verkeersveiligheid. Mede daardoor kreeg hij eerder De Paul Nouwen aanmoedigingsprijs, een tweejaarlijkse prijs die wordt toegekend aan een persoon die zich verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van innovatie en mobiliteit.

Innovatie

De rijopleiding ‘Ik les 100 procent zelfrijdend’, waarbij leerlingen zoveel mogelijk gebruikmaken van rijhulpsystemen in de Opel Astra, draait nu bijna een jaar. De opleiding is een vervolg op ‘Ik les 100% elektrisch’. Terugkijkend op beide projecten, ziet Alvares nog geen beweging bij het CBR: er zijn nog steeds geen laadpalen voor elektrische auto’s, om maar een voorbeeld te noemen.

In een onlangs gepubliceerde evaluatie over het CBR werd eveneens op het belang van innovatie gewezen. Volgens het rapport is het CBR nu nog te veel bezig met de dagelijkse gang van zaken en wordt er te weinig aandacht besteed aan vernieuwingen.”Welke carrièretijger van 18 jaar oud gaat ‘lekker sexy’ bij het CBR werken?”

Nieuwe jeugd in de rijschoolbranche is er wel, maar deze generatie wordt met oude ideeën opgeleid, ziet Alvares: “We zien in de hele rijschoolbranche weinig veranderen. Rijscholen kunnen de prijzen nog steeds niet verhogen, er is nog steeds een overcapaciteit in de branche. De vraag is: waar zit het probleem? Waar zitten de verdienmodellen? Iedereen denkt: mijn tijd zal ik wel uitzitten. Als we de branche niet grondig veranderen, worden we overgenomen door een partij van buitenaf, zoals Uber deed in de taxibranche.”

Loondienst

Een andere oorzaak voor het gebrek aan innovatie, ziet Alvares in het feit dat de branche voor een groot deel bestaat uit zz’p’ers. “Bij de zzp’er ontbreekt het vaak aan middelen om te investeren en met vernieuwing bezig te zijn. Ook een franchiseorganisatie kan hier niet op sturen, want je hebt met gezagsverhouding te maken.”

Het werk als zzp’er is bovendien meestal niet geboren uit uit luxe, zegt hij. “Het zijn heel goedwillende rijinstructeurs, die op een bepaalde manier hun geld proberen te verdienen, maar wel alle risico’s op zich nemen.” Een werkgever is eerder geneigd in te spelen op nieuwe ontwikkelingen, stelt hij: “Kijk naar de WLTP-regeling, waardoor auto’s duurder worden. De meeste zzp’ers worden nu pas wakker, in plaats van hier op tijd op in te spelen.”

Gedragsdeskundige

Maar waar moet de branche zich dan op richten? De Utrechtse rijschoolhouder is van één ding overtuigd: het hele concept van het rijbewijs, van de vaardigheden van leerlingen tot en met het examen, is achterhaald. “Natuurlijk, de komende jaren zal dit nog wel even zo door blijven gaan. De auto neemt echter steeds meer werk van de bestuurders over. Het document rijbewijs moet in de toekomst geen toegang geven voor het bedienen van een koppeling en versnelling, maar moet zich meer richten op sociaal gedrag.”

Alvares denkt dat rijinstructeurs in de toekomst steeds bewegen naar de functie van gedragsdeskundigen. “Instructeurs in de toekomst veel meer een maatschappelijke toegevoegde waarde, waarbij ze zich  richten zich op de sociale omgang in het verkeer. De vraag is alleen: is de branche en het CBR wel geschikt voor deze omschakeling? Kan de branche hierop overstappen?”

Ernest Alvares is als spreker aanwezig op het Nationaal Rijschool Congres op 18 september. Tijdens het congres bespreekt de branche de ‘rijles van de toekomst’. Het congres vindt plaats tijdens de Nationale Rijschooldag bij Autotron in Rosmalen. Aanmelden kan via de website van het evenement

Bron: Verkeerspro
Auteur: Nadine Kieboom
Publicatie datum: Thu, 23 Aug 2018 07:23:27 +0000

Read More

Beginnersregeling rijbewijs blijkt na 16 jaar fiasco

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

Het beginnersrijbewijs, waarbij beginnende automobilisten na twee ernstige overtredingen een rijvaardigheidsonderzoek krijgen, heeft zich na 16 jaar nog niet bewezen. De pakkans is erg klein en àls deze bestuurders al worden aangehouden, heeft dit niet altijd consequenties vanwege slechte communicatie tussen instanties. Bovendien zijn automobilisten nauwelijks op de hoogte van de regeling, terwijl deze juist voor een schrikeffect moet zorgen. Dat blijkt uit een evaluatie van het beginnersrijbewijs.

Aan de werking van de beginnersregeling wordt al lange tijd getwijfeld. Tot op heden was er geen bewijs dat het beginnersrijbewijs effectief was: noch uit het verloop van het aantal ongevallen, noch uit het aantal beginnende bestuurders met strafpunten. Daarom hebben de ministers van Infrastructuur en Waterstaat en Justitie en Veiligheid opdracht gegeven om een evaluatie te maken.

Verkeersovertredingen voorkomen

De beginnersregeling moet verkeersovertredingen en verkeersongevallen onder beginnende bestuurders helpen voorkomen. In 2002 is de regeling ingevoerd. Iedereen die als 16- of 17-jarige een rijbewijs haalt, wordt de eerste zeven jaar aangemerkt als beginnende bestuurder. Vanaf 18 jaar geldt een periode van vijf jaar.

Met de invoering van begeleid rijden is de beginnerstermijn aangepast. Voor jongeren die in het kader van begeleid rijden op hun zeventiende het rijbewijs B halen, geldt eveneens een beginnerstermijn van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum afgifte van dat rijbewijs ongeacht of de bestuurder op dat tijdstip van afgifte al in het bezit was van een rijbewijs voor de categorie AM of T.

Handhaving

De beginnersregeling heeft de vorm van een puntenrijbewijs. Bepaalde ernstige verkeersovertredingen door beginnende bestuurders worden geregistreerd. Een voorwaarde voor registratie is dat de politie de overtreding zelf heeft geconstateerd. Alleen bij staandehouding kan de politie namelijk vaststellen wie de bestuurder is.

Vervolgens krijgt de bestuurder een punt toegekend. Bij een tweede veroordeling volgt een tweede punt. Hiervan wordt door de officier van justitie een mededeling gedaan aan het CBR. Op basis van de mededeling legt het CBR aan de beginnende bestuurder de verplichting op om mee te werken aan een onderzoek naar de rijvaardigheid. Wanneer op basis van dit onderzoek blijkt dat de beginnende bestuurder niet over de vereiste rijvaardigheid beschikt, wordt zijn rijbewijs ongeldig verklaard.

De handhaving is een van de grootste obstakels om van deze regeling een succes te maken. Het aantal staandehoudingen in het verkeer door de politie is in de afgelopen jaren afgenomen. Daarmee is de pakkans voor beginnende bestuurders ook kleiner geworden. Bovendien kunnen bestuurders slechts voor een beperkt aantal ernstige verkeersovertredingen punten krijgen.

Punten niet doorgegeven

Een ander probleem is dat de politie na een staandehouding niet altijd doorgeeft aan het OM dat het om een beginnende bestuurder gaat, dus wordt er ook geen punt uitgedeeld. In 2014 zijn ten minste 976 punten te weinig toegekend (30 procent van het totaal aantal toegekende punten in 2014) en in 2016 gaat het om ten minste 723 punten die ontbraken (26 procent van het aantal toegekende punten in 2016). Als de politie de zaak wél kenbaar maakt bij het OM als een zaak tegen een beginnende bestuurder, dan wordt deze alsnog niet altijd als zodanig herkend of opgepakt door het OM.

Naast slechte communcatie tussen politie en OM gaat er ook het een en ander fout bij het doorgeven van de punten door het OM aan het CBR. “In een substantieel aantal gevallen heeft het OM geen mededeling uitgebracht aan het CBR, terwijl dit wel had gemoeten”, aldus de onderzoekers.

In de jaren 2012 tot en met 2016 heeft het OM 46 mededelingen uitgebracht aan het CBR. Het CBR heeft in deze periode 41 mededelingen ontvangen. Het CBR heeft vervolgens bij 25 bestuurders een onderzoek naar de rijvaardigheid verricht dat in 4 gevallen heeft geleid tot ongeldigverklaring van het rijbewijs

Onbekendheid

Verder zijn beginnende bestuurders lang niet altijd bekend met de regeling. Uit het onderzoek blijkt dat meer dan de helft van de bestuurders zonder punten en met punten niet goed op de hoogte is van het beginnersrijbewijs. De regeling wordt verward met het puntenrijbewijs, terwijl het puntenrijbewijs voor àlle bestuurders geldt en zich richt op het rijden onder invloed van alcohol. Of bestuurders denken dat rijden onder invloed eveneens onder de beginnersregeling valt. Daarnaast zijn bestuurders niet goed op de hoogte van de consequenties van het toekennen van punten. Het is dan ook niet vreemd dat bestuurders zonder punten zich niet laten afschrikken door dit  deze vorm van afschrikking blijkt zeer bescheiden.

Tenslotte zetten de onderzoekers ook nog hun vraagtekens bij de efficitiviteit van het rijvaardigheidsonderzoek: “De uitvoeringspraktijk wijst uit dat het beschikken over onvoldoende rijvaardigheid doorgaans niet de belangrijkste oorzaak is voor wangedrag in het verkeer, maar de persoonlijkheid of het gedrag van de bestuurder.”

Aanbeveling

De onderzoekers hebben met verschillende experts en ketenpartners besproken hoe de regeling effectiever kan worden. Een van de opties is dat wanneer er een onderzoek loopt naar een bestuurder, hij of zij gedurende het onderzoek al een rijverbod krijgt. Ook kan het voertuig in beslag wrorden genomen.

Ministers Ferd Grapperhaus en Cora van Nieuwenhuizen hebben toegezegd dat ze uiterlijk 13 september inhoudelijk zullen reageren op deze evaluatie.

Lees ook:

Bron: Verkeerspro
Auteur: Nadine Kieboom
Publicatie datum: Fri, 10 Aug 2018 08:15:51 +0000

Read More

Actieradius elektrische auto’s neemt snel toe

By | Nieuws, Verkeerspro | No Comments

De actieradius van nieuwe elektrische auto’s is vorig jaar met 10 procent toegenomen. Gemiddeld konden nieuwe elektrische automodellen in 2017 bijna 300 kilometer rijden op een volle batterij. Dat blijkt uit onderzoek van Bureau Horváth & Partners. De onderzoekers verwachten dat het aantal kilometers komende jaren verder gaat stijgen.

In 2011 bedroeg het bereik van elektrische auto’s gemiddeld 150 kilometer, in 2014 lag dat al op 200. Voor het jaar 2020 voorspellen de onderzoekers dat de actieradius uitkomt op 400 kilometer. Dat elektrische auto’s steeds meer kilometers kunnen afleggen op een volle batterij, is vooral te danken aan de ontwikkeling van de techniek van de batterijen.

Renault Zoe

Bij de eerste generatie van de Renault Zoe moest na 240 kilometer op zoek gegaan worden naar een laadpaal, bij het huidige model is dat pas na 400 kilometer het geval. Ook de Volkswagen e-Golf komt sinds de facelift een stuk verder, van 190 naar 300 kilometer. De Tesla Model S 100D is met een bereik van 632 kilometer nog steeds de lijstaanvoerder.

Volgens Thomas Becker, een van de onderzoekers die werkzaam is voor Horváth & Partners, laten de cijfers zien dat kopers van elektrische auto’s een voorkeur hebben voor een model met een grote actieradius. Bij onze oosterburen vielen de modellen van Tesla al snel in de smaak, inmiddels verkopen ook de Renault Zoe, de Volkswagen e-Golf en de Smart EQ Fortwo er goed.

Verder groeien

Het ziet er volgens Becker naar uit dat de actieradius komende jaren verder gaat groeien. Vrijwel alle autofabrikanten hebben aangekondigd met elektrische modellen te komen die minimaal 300 kilometer kunnen afleggen. In 2020 zal het gemiddelde bereik naar verwachting op zo’n 400 kilometer liggen.

Lees ook:

Bron: Verkeerspro
Auteur: Remco Nieuwenbroek
Publicatie datum: Fri, 10 Aug 2018 07:20:22 +0000

Read More