Zeker zestig procent van de afgegeven rijbewijzen in Marokko voldoet niet aan wettelijke eisen. Dat stelt de Marokkaanse staatssecretaris van Transport, Najib Boulif. Volgens hem hebben tal van bestuurders het rijbewijs gekregen terwijl ze niet over de juiste vaardigheden beschikken.
Boulif trekt trekt deze conclusie na het bezoeken van een aantal Marokkaanse examencentra, meldt de website nieuws.marokko.nl. Eerder deze maand kondigde Boulif aan dat er strengere regels voor het examen ingevoerd worden. In Marokko is het nog steeds mogelijk een rijbewijs te kopen, bleek uit onderzoek van het ministerie. Examinatoren en rijscholen zijn al voor 200 dirham (18 euro) om te kopen.
Geen geloofwaardigheid
De staatssecretaris kwam een concreet voorval tegen tijdens zijn bezoek aan de examencentra. Zo waren er twee rijscholen die 700 leerlingen aan een rijbewijs hadden geholpen, terwijl deze kandidaten nooit zijn opgegaan voor het praktijkexamen. “Het rijbewijs dat aan hen is afgegeven heeft totaal geen geloofwaardigheid”, Aldus Boulif.
De manager van het examencentrum is inmiddels ontslagen van zijn functie. Wat het ministerie gaat doen tegen deze fraudezaken is nog niet bekend. Het Marokkaanse ministerie van Transport is inmiddels een onderzoek gestart naar andere fraudezaken in de sector.
Maatregelen
Tijdens een persconferentie op 8 november maakte de staatssecretaris van Transport bekend dat de regels omtrent het halen van het rijbewijs worden aangescherpt. Dit initiatief moet zorgen voor minder verkeersongevallen.
Ten eerste gaat de slagingsnorm van het theorie-examen gaat omhoog. Daarnaast wordt het tijdsbestek om het rijbewijs te halen langer. Ook gaan de prijzen die gelden voor het theorie- en praktijkexamen omhoog.
Het Marokkaanse rijbewijs is in Nederland niet geschikt voor inwisseling. Mensen met een Marokkaans rijbewijs moeten in Nederland (opnieuw) examen doen bij het CBR. Nederland heeft geen overeenkomst afgesloten met de Marokko voor het inwisselen van rijbewijzen.
Felix Cohen vertrekt per 1 januari 2018 als directeur van Veilig Verkeer Nederland. Hij draagt zijn functie over aan Alphons Knuppel, de huidige adjunct-directeur. Het bestuur start de procedure voor het aanstellen van een nieuwe directeur.
Volgens woordvoerder Rob Stomphorst heeft Cohen zijn taken bij VVN volbracht en is hij toe aan een nieuwe uitdaging. Sinds zijn aantreden in 2015 heeft Cohen zich onder meer gericht op innovatie binnen VVN. Als gevolg hiervan is er een grote ontwikkeling doorgemaakt in het digitaliseren van het VVN Verkeersexamen en het toepassen van virtual reality in verkeerseducatie.
De VVN Verkeersmethode kreeg in 2017 de Publieksprijs Innovatie tijdens de Nationale Onderwijsbeurs NOT. Daarnaast is de VVN Academy in het leven geroepen om vrijwilligers de mogelijkheid te bieden om te blijven leren en zichzelf te ontwikkelen.
VVN op de kaart gezet
Liesbeth Spies, voorzitter van VVN: “We zijn Felix dankbaar voor zijn inzet in de afgelopen jaren. Hij heeft Veilig Verkeer Nederland in de politiek, in de media en bij allerlei stakeholders, zoals de ANWB, SWOV en de VNG, weer op de kaart gezet. Ook heeft een groeiend aantal partners uit het bedrijfsleven zich aan Veilig Verkeer Nederland verbonden. We wensen Felix veel succes voor de toekomst.”
De rijvaardigheidstrainingen die de Nederlandse Kampeerauto Club (NKC) samen met twintig Bovag-rijscholen aanbiedt, krijgt volgend jaar een vervolg. Deelnemers zijn volgens Bovag erg positief over de trainingen. Eind dit jaar zijn er ruim driehonderd rijvaardigheidscertificaten uitgereikt. Ook de rijopleiders zien een toegevoegde waarde voor hun rijschool.
De training is opgezet door Bovag in samenwerking met NKC, een platform voor camperaars. Aanleiding is de flinke groei van het aantal campers in Nederland, in combinatie met de verkeersveiligheid, vertelde René Smit van NKC afgelopen voorjaar. Het rijden in een camper vraagt toch om andere vaardigheden van de eigenaar dan het besturen van een auto. Bovendien zijn de meeste bestuurders ouder dan 60.
Toegevoegde waarde
NKC-leden krijgen tijdens de training instructie over onder andere inparkeren, belading, draaicirkel en het inschatten van de breedte en hoogte van het voertuig. De bestuurders blijken vaak weinig inzicht te hebben in de afmetingen van het voertuig. Als zij de opdrachten goed uitvoeren, krijgen ze een NKC Rijvaardigheidscertificaat. Daarmee krijgen de leden korting op hun jaarpremie van een NKC-camperverzekering.
Deelnemers zijn volgens Bovag erg positief over de trainingen. Ze werden gewaardeerd met een gemiddeld rapportcijfer van 8,6. Ook de deelnemende rijscholen zijn enthousiast. Ze zien de training als een toegevoegde waarde voor hun rijschool. De NKC publiceert immers een brochure met daarin een lijst met de deelnemende rijscholen. Die brochure wordt verstuurd naar zo’n 47.000 leden.
Cursus geven
NKC heeft besloten door te gaan met de huidige groep rijscholen en deze groep voorlopig niet verder uit te breiden. Het is dus niet mogelijk voor rijscholen om zich aan te melden. Wel kunnen instructeurs zich aanmelden om de deelnemende rijscholen te ondersteunen tijdens een of meerdere trainingen. Hier krijgen de instructeurs een vergoeding voor. Wel moeten ze in bezit zijn van de daarvoor bestemde opleidingspapieren (WRM C).
Het geven van campertrainingen is uiteraard niet voorbehouden aan deze twintig rijscholen, vertelt Bovag-woordvoerder Tom Huyskens. “Andere rijscholen kunnen natuurlijk zelf de boer op gaan. Ze kunnen heel eenvoudig aankloppen bij een caravan- of camperbedrijf en een samenwerking aangaan. Dat bedrijf kan dan bij klanten reclame maken voor jouw rijschool. Dat geldt natuurlijk ook bij het motorrijbewijs.”
Voor campers met een gewicht van 3.500 tot 7.500 kilo hebben bestuurders sinds de invoering van de derde Europese rijbewijsrichtlijn een C1-rijbewijs nodig.
Leerlingen die de leeftijd van 24 jaar nog niet hebben bereikt – en die niet in het bezit zijn van een geldig theoriecertificaat of A2 rijbewijs – mogen niet lessen op een motor voor de categorie A (code 80). Een geldig B-rijbewijs volstaat niet voor deze leerlingen. Dit is het gevolg van een ‘onvolledige wijziging’ in het Reglement Rijbewijzen. Een geldig B-rijbewijs volstaat echter wel wanneer deze leerling opgaat voor het AVB-examen.
De minimumleeftijd voor de categorie A is in november verlaagd naar 21 jaar. Wie het A-rijbewijs haalt voor zijn 24e, krijgt de code 80 op het rijbewijs. Met de code mag de bestuurder een onbeperkt driewielig voertuig rijden, een lichte motor (A1) en een middelzware motor (A2).
Afwijkende regelgeving
Een geldig B-rijbewijs volstond voorheen voor elke categorie motorrijles. Leerlingen kunnen momenteel wél rijles volgen voor categorie A1, A2, en A (A indien de leerling minstens 24 jaar is) als zij in het bezit zijn van een geldig B-rijbewijs. Sinds de wetswijziging volstaat het B-rijbewijs alleen niet voor voor leerlingen van 21 tot en met 23 jaar die rijonderricht krijgen voor de categorie A. Deze groep moet in het bezit zijn van het theoriecertificaat om rijles te volgen voor het onbeperkte motorrijbewijs.
De verlaging van de leeftijd is een uitvloeisel van de derde Europese rijbewijsrichtlijn en zorgde voor veel verwarring in de rijschoolbranche. Sinds de bekendmaking worden opleiders overspoeld met vragen van (toekomstige) motorleerlingen.
Advies
Arjan Everink, hoofd Verkeer en Opleiding bij de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging, adviseert rijschoolhouders met deze leerlingen te lessen op A2 motoren. “Ten eerste moeten leerlingen zo snel mogelijk de boeken in voor het theoriecertificaat. In de tussentijd kun je met een leerling die het B-rijbewijs heeft, en jonger is dan 24 jaar, wel alvast beginnen op een A2 motor.” Het gaat volgens Everink bij het AVB-examen voornamelijk om techniek. Op een getrapte motor kan dit ook geoefend worden.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is volgens Everink wel op de hoogte van deze problematiek. “Ze weten ervan, maar het heeft geen prioriteit. Het kan maanden duren voordat deze wettelijke fout wordt rechtgezet.”
Rijschoolhouders die wel rijonderricht geven aan deze groep leerlingen, zijn volgens Everink in overtreding. Ook ontstaat er verzekeringstechnisch een probleem. “Je voldoet niet aan de polisvoorwaarden. Wanneer zich een ongeval voordoet, kan de verzekeringsmaatschappij moeilijk doen, of erger nog, de leerling stelt je aansprakelijk”, aldus Everink.
Geen rijles, wel AVB-examen
Reglement Rijbewijzen stelt dat een leerling wel een AVB-examen mag afleggen als deze in het bezit is van een geldig B rijbewijs, ongeacht de leeftijd. Dit bevestigt het CBR en laat verder weten: “Voor regelgeving met betrekking tot de rijopleiding kunnen rijschoolhouders zich wenden tot de wetgever.” Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft vooralsnog geen antwoord gegeven op vragen van RijschoolPro.
Theo Noë, redacteur bij theorie-ontwikkelaar Verjo, vertelt dat het ministerie de wetswijziging onzorgvuldig heeft doorgevoerd: “Als je op een plek iets verandert, dan moet je dat elders in dat wetboek misschien op vier of vijf andere plekken ook aanpassen of daar rekening mee houden. Regels zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, nooit alleenstaand.”
Mensen met diabetes moeten zo vroeg mogelijk hun gezondheidsverklaring aanvragen. Dat adviseert Diabetesvereniging Nederland (DVN) na overleg met het CBR. Patiënten kunnen hiermee voorkomen dat ze kosten maken aan een rijopleiding, als later blijkt dat ze toch niet rijgeschikt zijn.
Ruim 1,2 miljoen mensen in Nederland hebben diabetes. Ondanks deze chronische ziekte, kunnen veel diabetespatiënten wel gewoon hun rijbewijs halen. Toch ziet DVN dat er veel onvrede en onduidelijkheid is, met name over de keuringen en de overlap bij het verlengen van het rijbewijs. De vereniging ging eind oktober met het CBR in gesprek om oplossingen te vinden voor de procedures rond het rijbewijs.
Rijgeschiktheid
Het is volgens Dharma Behari, jurist bij DVN, belangrijk dat de rijinstructeur in een vroeg stadium van de rijopleiding de procedure bespreekt. “Als de instructeur weet dat iemand diabetes heeft, laat die persoon dan aan het begin van de rijopleiding de procedure doorlopen. Het komt wel eens voor dat iemand met diabetes niet rijgeschikt is, terwijl er dan wel al veel geld in is gestoken.”
Of iemand rijgeschikt is, hangt van verschillende factoren af. De belangrijkste factor is volgens Behari hypo-unawareness. “Patiënten kunnen lichamelijk klachten krijgen wanneer de glucosewaarde uit balans is. Iemand kan sloom worden, of trillerig. In het ergste geval valt iemand flauw. Een diabetespatiënt met hypo-unawareness voelt deze signalen niet.” In sommige gevallen zijn deze patiënten dan ook niet geschikt om deel te nemen aan het verkeer.
Procedure
Iemand met diabetes die het rijbewijs wil halen, loopt een bepaalde procedure door. Allereerst vult de leerling een gezondheidsverklaring in. Ten tweede heeft het CBR feitelijke informatie over het ziektebeeld nodig. Deze informatie verschaft een arts. Naar welke arts een leerling met diabetes gaat, hangt af van de leeftijd en rijbewijscategorie. Een leerling die het auto-, motor-, of T-rijbewijs wil halen, mag de arts die de diabetesvragenlijst invult, zelf uitkiezen. Dit is vaak de eigen huisarts, omdat deze een goed beeld heeft van het ziektebeeld.
De arts vult het Diabetes Militus vragenformulier in. Op basis van de gezondheidsverklaring en het vragenformulier besluit het CBR of de persoon rijvaardig is. Ook kan het CBR overgaan tot een aanvullende keuring of rijtest.
Rijbewijs verlengen
Een ander punt waar diabetespatiënten tegenaan lopen, is de overlap bij het verlengen van het rijbewijs. “Het CBR raadt mensen met diabetes aan vroeg te beginnen met het proces van verlengen. Mensen met diabetes hebben vaak een kortere geldigheidsduur van het rijbewijs en als zij het proces snel doorlopen, dan wordt er tijd afgesnoept van de geldigheidsduur van het rijbewijs.” aldus Behari. Het CBR herkent dit probleem en gaat op zoek naar een oplossing.
Het advies vroeg te beginnen, geldt overigens voor alle (toekomstige) bestuurders met een medische aandoening, vertelt een woordvoerder van het CBR. “Als er een of meer keuringen door artsen nodig zijn, en soms nog een rijtest, dan kost dat tijd. Al is het alleen maar voor het inplannen van afspraken en het verwerken van de informatie met benodigde vervolgstappen.”
In navolging van het vernieuwde rijexamen in Engeland dat maandag wordt ingevoerd, worden ook de examens voor rijinstructeurs aangepast. Dat heeft de DVSA, het Britse CBR, vrijdag aangekondigd. Het nieuwe instructeursexamen gaat 23 december in.
Het examen voor rijinstructeurs bestaat uit drie onderdelen: een theorie, een rijvaardigheid, en een educatieve vaardigheidsstest. Het tweede en derde onderdeel worden aangepast zodat ze beter aansluiten op het nieuwe rijexamen voor Engelse rijbewijsleerlingen. Dit nieuwe examen wordt 4 december ingevoerd.
Vernieuwd praktijkexamen
Het Engelse rijexamen verandert op meerdere punten. Momenteel duurt het onderdeel zelfstandig routerijden nog tien minuten, dit wordt verlengd naar 20 minuten, ongeveer de helft van de examentijd. Er komen ook nieuwe bijzondere manoeuvres, zoals het parallel parkeren langs de weg, parkeren in een parkeervak, of het wegrijden uit een parkeervak.
Daarnaast moeten kandidaten tijdens het rijden vragen over verkeersveiligheid beantwoorden. Ook moeten ze bepaalde vaardigheden laten zien tijdens het rijden. Zo moet een leerling bijvoorbeeld demonstreren hij de ruiten schoonmaakt, of hoe de verwarming op de voorruit kan worden gezet.
Instructeursexamen
Om de leerlingen deze nieuwe onderdelen te leren, moeten nieuwe instructeurs ook over deze vaardigheden beschikken, stelt de DVSA. Ook zij moeten tijdens hun examen dus twintig minuten zelfstandig rijden, twee van de vier bijzondere manoeuvres laten zien en twee vragen beantwoorden tijdens het rijden. Zo kan het zijn dat de rijinstructeur in spe moet laten zien hoe de cruisecontrol werkt.
Daarnaast komt er in het examen meer aandacht voor de educatieve vaardigheden van een instructeur. In het huidige examen moet hij lesgeven aan een examinator die de rol speelt van een leerling. In het nieuwe examen moet dit gebeuren met een echte leerling. De veranderingen zijn hierdoor meer in lijn met de ‘Approved Driving Instructors (ADI) standards check’, een test die elke instructeur om de vier jaar moet afleggen om gecertificeerd te blijven. Deze test is vergelijkbaar met de praktijkbegeleiding in Nederland: instructeurs worden tijdens het lesgeven beoordeeld op 17 verschillende onderdelen.
Autonome voertuigen testen op de openbare weg, zonder begeleidende bestuurder. Dat moet binnen niet al te lange tijd mogelijk zijn. Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) heeft een wetsvoorstel met die strekking naar de Tweede Kamer gestuurd.
Sinds 2015 is het in Nederland mogelijk om zelfrijdende auto’s te testen op de openbare weg, maar hier moet nu nog altijd een bestuurder in het voertuig aanwezig zijn. De nieuwe wet maakt ook het testen met een bestuurder op afstand mogelijk.
Experimenten noodzakelijk
“Geautomatiseerde systemen zullen steeds meer taken van de bestuurder overnemen”, schrijft minister Van Nieuwenhuizen. “Deze ontwikkeling zal moeten worden bekeken in relatie tot de veiligheid van de inzittenden van het motorrijtuig maar ook in relatie tot de overige verkeersdeelnemers. Om hier inzicht in te krijgen zijn deze experimenten met geautomatiseerde systemen in motorrijtuigen noodzakelijk.
Door experimenten mogelijk te maken kunnen fabrikanten onderzoeken hoe hun systemen werken op de weg, ook in relatie tot andere weggebruikers. Dit kan pas plaats vinden nadat er al voldoende geëxperimenteerd is in een afgesloten omgeving. Aan de hand van resultaten kan de minister besluiten de regelgeving aan te passen om deze systemen permanent toe te laten.
Verkeersveiligheid
De aanleiding voor het wetsvoorstel is tweeledig. Alle Europese landen hebben met elkaar afgesproken dat vanaf 2019 zelfrijdende auto’s de weg op kunnen. En met de wet wil de overheid goed voorbereid zijn op de toekomst, zowel wat wetgeving betreft als voor het introduceren en combineren van nieuwe vormen van vervoer in de samenleving. Zelfrijdend vervoer biedt veel kansen, ziet het ministerie. Bijvoorbeeld op het gebied van verkeersveiligheid, maar ook op gebied van verkeersdoorstroming, logistiek en dataverzameling.
Autonoom vervoer heeft de volledige aandacht van het nieuwe kabinet. In het onlangs gepresenteerde regeerakkoord lieten VVD, CDA, D66 en ChristenUnie weten bij ontwerp, aanleg en onderhoud van infrastructuur rekening te houden met dit soort voertuigen.
Rijles voor tieners onder begeleiding van echte rijinstructeurs: in Engeland hebben al honderdduizenden kinderen hun eerste rijervaring opgedaan op een afgesloten terrein. In Nederland is het concept nog relatief onbekend. Black Wheels in Weert is een van de weinige aanbieders waar kinderen vóór hun zestiende rijles kunnen volgen. We volgen deze zaterdagochtend de elfjarige Bart die samen met zeven andere kinderen aan deze speciale cursus deelneemt.
Het is muisstil wanneer we de horecagelegenheid binnenlopen van het evenemententerrein Black Wheels in Weert. Een groep tieners zit samen met ouders en broertje of zusje te wachten op het startsein. Ze zijn duidelijk een tikje nerveus voor wat deze ochtend komen gaat. Buiten staan de lesauto’s al klaar, en aan de andere kant van het terrein staat nog een spectaculaire ‘attractie’ op hen te wachten: een rijsimulator die op z’n kop kan. De cursus is namelijk niet alleen maar bedoeld om de jongeren de kunst van het autorijden te leren; ook de eigen veiligheid en die van andere weggebruikers staat centraal, vertelt Joost van Elst, eigenaar van Black Wheels.
Snel oppikken
Black Wheels biedt onder meer mogelijkheden voor bedrijfsuitjes, antislipcursussen en 4×4 terreinrijden. Daarnaast kunnen tieners van 11 tot 16 jaar met een minimale lengte van 1.30 meter rijles krijgen. Van Elst doet dit nu vier jaar. “Voordat ik hiermee begon, werkte ik als rijinstructeur bij de rijschool die destijds de eigenaar was van dit terrein. Ook mijn kinderen heb ik weleens rijles gegeven. Ik merkte dat zij het heel snel oppikten. Zij hebben op die leeftijd nog geen eigen mening en luisteren goed naar wat je zegt. Ze staan er nog heel neutraal in. Als ik zeg: trap nu met je rechtervoet het gaspedaal in, dan doen ze dat ook.”
De deelnemende kinderen komen uit heel Nederland. “Een meisje komt binnenkort voor de negende keer. Zij kan niet wachten tot ze kan starten met rijlessen.” Juist omdat de vraag zo hoog is, en er zelfs klanten vanuit Waddeneilanden naar Limburg komen, is Van Elst soms verbaasd dat hij nog steeds een van de weinigen in Nederland is die rijles voor tieners aanbiedt. “Ik doe dit nu vier jaar en snap soms niet dat er nog geen andere rijschool mee begonnen is. Anderzijds is het ook niet gemakkelijk om zoiets op te starten. Je hebt namelijk een afgesloten terrein nodig, gekwalificeerde rijinstructeurs en voertuigen met dubbele bediening. Maar het laatste wat ik wil, is dat dit concept commercieel wordt uitgebuit.”
Het artikel gaat verder onder de foto
V.l.n.r.: instructeur Cas Scharn, eigenaar Joost van Elst van Black Wheels en instructeur Cees van de Loo. foto Janny Mallee
Het onderhouden van een terrein en het inhuren van rijinstructeurs zorgen voor hoge kosten. “Eigenlijk is deze ochtend nauwelijks winstgevend voor ons, zeker niet als we maar acht kinderen op een ochtend hebben. Toch heeft het wel nut: we hebben vandaag namelijk acht kinderen, maar er zitten wel zestien ouders bij. En zij komen misschien nog eens terug voor bijvoorbeeld een antislipcursus, of vertellen over Black Wheels aan vrienden en collega’s.”
Spanningsboog
Om half 10 gaat de groep naar buiten en geven rijinstructeurs Cas Scharn en Cees van de Loo uitleg over het programma van deze ochtend. Vervolgens worden er twee groepen van vier gemaakt. “De kinderen hebben een spanningsboog van ongeveer 10 minuten. Daarom is het beter om hen steeds te laten rouleren zodat ze ook vanaf de achterbank mee kunnen kijken”, legt Van Elst uit.
De eerste rijervaring van de jongeren begint met enkel het besturen van de auto, de rijinstructeur doet de rest van het werk. Af en toe kruisen de auto’s elkaar of wordt de jonge bestuurder verrast met een scherpe bocht. Ook laten de instructeurs de jongeren vlak langs het terras rijden waar de ouders toe staan te kijken, zodat ze even kunnen poseren voor een mooie actiefoto. Zodra de volgende aan de beurt is, springen de cursisten van enthousiasme de auto uit en rennen ze naar de bestuurdersstoel: geen tijd te verliezen.
‘Dit is een heel raar gezicht’
Nog spectaculairder wordt het bij het volgende onderdeel, namelijk het zelfstandig wegrijden. Het verloopt weliswaar met horten en stoten, maar ze doen het wél. Af en toe klinkt er wat gegrinnik vanuit de toekijkende ouders wanneer een auto met schokbewegingen voorbij rijdt. Of een klein gilletje wanneer hun kind net iets te veel gas geeft, waardoor de auto bijna in de berm belandt. De rijinstructeurs grijpen gelukkig op tijd in.
Dan is het de beurt aan Bart. Met een glimlach van oor tot oor rijdt hij voorbij, zonder zijn blik ook maar één seconde van de weg te verliezen. “Mijn kind van elf jaar zit achter het stuur en rijdt gewoon zelfstandig weg”, lacht zijn moeder. “Dit is een heel raar gezicht.”
Bart (11) achter het stuur bij Black Wheels in Weert. foto Janny Mallee
Dat de kinderen het zo snel oppikken, heeft volgens Van Elst mede te maken met het feit dat ze op een afgesloten terrein kunnen oefenen. “Ze hebben nog niet met ander verkeer te maken. Wanneer leerlingen met verkeer om zich heen moeten leren wegrijden, moeten ze op veel zaken letten. Met zo’n terrein kun je ze eerst rustig de basis meegeven, daarna ga je pas het verkeer in.”
Ongevallensimulator
Na een korte koffiepauze is er geen ontkomen meer aan: de ongevallensimulator. Rijinstructeur Cas Schorn vertelt wat de jongeren te doen staat zodra de auto op z’n kop hangt. Zo krijgen ze de instructie mee om met hun voeten tegen het dak te klemmen voordat ze de gordel losmaken. Ook is het de bedoeling dat ze achteruit, dus met de benen eerst, uit het raam klimmen. Wie namelijk met hoofd en armen als eerste de auto uit klimt, loopt het gevaar de handen te verwonden aan het kapotte glas op de grond.
Bart wordt gewenkt, hij mag als eerste. Hij schudt snel ‘nee’, hij kijkt liever eerst toe. Maar nadat een van de jongeren het spits heeft afgebeten, lijkt de angst ook bij de anderen weg te vallen, zo ook bij Bart. Ze staan in de rij om het ook eens te proberen.
De ongevallensimulator van Black Wheels. foto Janny Mallee
De groep verplaatst zich terug naar het terrein, waar instructeur Kees van de Loo een remdemonstratie geeft. Van Elst geeft de jongeren de opdracht een pylon te plaatsen op de plek waar ze verwachten dat de auto stil komt te staan. Bij 30 kilometer per uur schatten ze het aardig in, maar wanneer de instructeur vanaf 60 kilometer per uur een noodstop maakt, zitten zowel de tieners als de meeste ouders er toch flink naast. De auto komt veel verder tot stilstand dan ze verwacht hadden. “Twee keer zo hard rijden betekent namelijk viermaal zo lang remmen”, legt Van Elst uit.
‘Beetje jaloers’
Het spannendste onderdeel is voor het laatst bewaard: de slipcursus. De jongeren kruipen weer terug de auto in en de sproeiers gaan aan. De eerste leerling scheurt over de baan, deze keer hoeft hij alleen maar te sturen. Terwijl de ouders wat onwennig toekijken spint de auto over het natte wegdek. Een keer of drie draait het voertuig om zijn as, om vervolgens even stil te staan en weer rustig verder te rijden. Bart wordt na een paar keer oefenen behoorlijk gedreven in. Hij houdt de auto behoorlijk in bedwang. “We zijn toch allemaal een beetje jaloers dat wij niet mogen”, grapt een van de moeders.
“Het doel is niet zozeer dat ze het slippen onder controle krijgen”, licht Van Elst toe. “Dit onderdeel moet hen vooral inzicht geven in wat een auto doet als die gaat slippen. We willen een schrikeffect creëren.” De eigenaar van Black Wheels is er ‘natuurlijk’ voorstander van om de antislipcursus verplicht te maken in de rijopleiding, maar beseft ook dat dat er voorlopig niet van zal komen. “Maar maak in ieder geval de noodstop verplicht. Van alle mensen die hier komen, kan 95 procent geen noodstop maken. Zij remmen veel te zacht, en denken: zo, dat heb ik goed gedaan. Terwijl het niks voorstelde.”
Autosleutels verstoppen
Tenslotte volgt de groepsfoto, waarbij de cursisten allemaal hun Tienerrijbewijs in de lucht houden. Of de jongeren hier later als automobilist ook echt profijt van hebben, kan Van Elst niet met zekerheid zeggen. “Dat is voor ons niet meetbaar. Vooropgesteld willen we ze vooral een leuke ervaring meegeven. Daar komen de meeste kinderen ook voor. Maar daarbij krijgen ze ook meer inzicht. Ze snappen beter waar een automobilist allemaal rekening mee moet houden. We horen soms ook dat de jongeren zich anders op de fiets gaan gedragen.” Dat effect is bij Bart in ieder geval bereikt: “Ik snap nu dat mijn moeder soms zegt dat ik even stil moet zijn.”
“De autosleutels moet ik vanaf nu maar goed verstoppen”, lacht de moeder van Bart. Is dat ook werkelijk een gevaar, dat deze jonge ‘rijbewijsbezitters’ nu ook stiekem met de auto van pa of ma aan de haal gaat? Van Elst verwacht het niet. “Ik denk eerder dat de drang naar het rijden wat vermindert. De spanning die om het autorijden heen hangt, verdwijnt als je het een keertje gedaan hebt. Bovendien laten we deze ochtend vooral ook zien dat het autorijden best lastig is.” Overigens biedt Black Wheels nog een vervolgcursus. Jongeren die écht niet kunnen wachten tot hun zestiende, kunnen bij Black Wheels altijd nog opgaan voor het Tienerrijbewijs 2.0.
De wintermaanden zijn aangebroken. In deze donkere tijden van het jaar is een aangepaste rijstijl gewenst. Ondanks dat weggebruikers heel het jaar door goed op moeten letten, behoeft de wintertijd vaak extra oplettendheid.
Zodra het donkerder wordt, neemt het aantal ongevallen toe – helemaal als de duisternis gepaard gaat met slecht weer. Dit blijkt uit een analyse van het STAR-initiatief (Smart Traffic Accident Reporting). RijschoolPro geeft zes tips waar weggebruikers op letten als zij de weg op gaan:
Tip 1: Houd afstand
In de wintermaanden is er grotere kans op gladheid. Een glad wegdek maakt de remweg langer, een goede volgafstand is dus belangrijk. Het makkelijkste hulpmiddel voor tijdens het rijden is de 2 seconden-regel. Daarbij kijk je wanneer het voertuig voor je een bepaald punt passeert en tel je de tijd die verstrijkt totdat jij dat punt passeert. Voor een veilige afstand moet er minstens twee seconden tussen zitten, en in sommige gevallen zelfs meer.
Tip 2: Wees zichtbaar
Goede verlichting is van groot belang. Niet alleen om goed zicht te hebben, maar vooral ook om goed gezien te worden. Het dimlicht is niet altijd ingeschakeld tijdens mist bij de automatische lichtstand. Zet bij twijfel het dimlicht aan, op advies van deze politieagent:
Het is belangrijk dat het gaspedaal gecontroleerd wordt gebruikt. Te snel optrekken kan leiden tot glijpartijen. Met slippende banden heeft een bestuurder geen controle over het voertuig. In sommige gevallen kan het voertuig zich zelfs ingraven in de sneeuw. Bestuurders moeten naast het gecontroleerd indrukken van het gaspedaal ook de koppeling rustig op laten komen. Het is belangrijk dat deze twee handelingen geleidelijk gebeuren.
Tip 4: Banden
Sinds 1 november geldt de winterbandenregeling bij het CBR. Examenauto’s op zomerbanden worden dan ongeschikt verklaard bij winterse omstandigheden. Bestuurders in Nederland zijn, in tegenstelling tot Duitsland, niet verplicht op winterbanden te rijden in de wintermaanden. ANWB adviseert de Nederlandse automobilist dit echter wel te doen, omdat dit de remweg verkleint.
Vierseizoenenbanden die de letters M en S en het symbool van een sneeuwvlokje bevatting voldoen ook aan de eisen van een degelijke winterband.
Tip 5: Remmen
Ook niet geheel onbelangrijk: goed gebruik van de remmen. Ook al hebben winterbanden in de winterperiode relatief een kortere remweg, door gladheid kan dit zomaar worden opgeheven. Houdt de snelheid goed in de gaten en begin op tijd met remmen. Moet je een noodstop maken, zorg dan dat het antiblokkeersysteem (ABS) goed werkt. Als de ABS werkt zorgt dit systeem dat het voertuig bestuurbaar is tijdens een ongecontroleerde remming. Veel moderne auto’s hebben ABS. Wanneer de auto begint te glijden, hou dan de rem volledig ingetrapt. Als de auto niet beschikt over ABS, dan is pompend remmen raadzaam.
Wanneer de bestuurder de auto wil parkeren, dan kan deze het beste geen (elektrische) handrem gebruiken: de remblokken kunnen namelijk vastvriezen aan de schijf. De auto in de versnelling zetten is daarom geadviseerd.
Tip 6: Let op zwakke weggebruikers
In de winterperiode zijn voetgangers volgens STAR vier tot vijf keer vaker betrokken bij een verkeersongeval dan in het voorjaar en zomer. Ook fietsers hebben een grotere kans om bij een ongeval betrokken te raken. Belangrijk is dat deze weggebruikers goed zichtbaar de weg op gaan. Automobilisten moeten op hun beurt rekening houden met de risico’s van de zwakkere weggebruikers.
50Plus pleit voor strengere eisen voor scootmobielrijders. Tweede Kamerlid Corrie den Brenk stelt een verplichte scootmobielcursus voor waarbij een certificaat wordt toegekend. Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat moet beslissen of een verplichte cursus daadwerkelijk wordt ingevoerd.
In 2016 kwamen er volgens Centraal Bureau voor de Statistiek 38 bestuurders van een scootmobiel om in het verkeer. In 2030 zullen er naar verwachting 600.000 scootmobielen zijn, twee keer zoveel als nu. Momenteel worden scootmobielrijders nergens op getoetst. “Iemand steekt de sleutel erin en mag vertrekken”, aldus een woordvoerder van 50Plus.
Voorstel
De komende jaren wordt het aantal ongevallen met scootmobielen alleen nog maar groter. Specifieke aandacht is volgens Van Brenk niet alleen bevorderlijk voor scootmobielrijders, maar ook voor andere weggebruikers. “Eisen stellen is niet alleen in het belang van de bestuurder zelf, maar ook van andere verkeersdeelnemers.”
De kosten voor het certificaat moeten geschaard worden onder de Wet Maatschappelijke ondersteuning (WMO). WMO biedt mensen ondersteuning die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn. Scootmobielen worden toegewezen door gemeenten. Het ministerie heeft wel een handleiding scootmobielgebruik aan gemeenten ter beschikking gesteld, maar dit vindt 50plus te vrijblijvend.
Onderzoek
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) startte in 2015 een diepteonderzoek rondom scootmobielrijders. In het onderzoek wordt gekeken naar de oorzaken van ongevallen waarbij scootmobielen betrokken zijn. SWOV werkt voor het onderzoek samen met de politie en Regio Haaglanden.
Omdat het onderzoek nog loopt, kan een woordvoerder van SWOV hier nog niet inhoudelijk op ingaan. Hij laat weten dat er nog geen conclusies getrokken zijn. In 2018 hoopt SWOV het onderzoek af te ronden.
Update
Minister Cora van Nieuwenhuizen laat in een reactie weten dat er geen zwaardere eisen gesteld worden aan gebruikers van scootmobielen. Volgens de minister zou dit een “te hoge drempel zijn voor mensen voor wie dit soort voertuigen een laatste mogelijkheid is om zelf actief mobiel te blijven”.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat ermee instemt. Meer informatie over onze Cookies?
Recente reacties