Verkeerspro

Verschillende belangenorganisaties voor (land)bouwvoertuigen hebben vorige week een petitie ingediend bij minister Cora van Nieuwenhuizen van Waterstaat en Infrastructuur. De partijen hebben het verzoek ingediend om snel over te gaan tot invoering van het kenteken voor alle landbouwvoertuigen die op de openbare weg rijden. De minister laat weten meer tijd nodig te hebben om tot een voorstel te komen.

Nederland moet voor 20 mei 2018 voldoen aan een Europese Richtlijn 2014/45/EU. Deze wetgeving verplicht tractoren met een constructiesnelheid hoger dan 40 kilometer per uur tot een APK-keuringsbewijs. Dit kan alleen als zij een kenteken hebben. Nederland is momenteel het enige land in Europa dat geen kentekenverplichting heeft voor landbouwvoertuigen.

Met de invoering van het kenteken gaat de maximumsnelheid van 25 kilometer per uur naar 40 kilometer per uur. Deze snelheidsverhoging zou volgens de organisaties zorgen voor minder gevaarlijke situaties. Voor wegbeheerders is de kentekenplicht van alle (land)bouwvoertuigen een voorwaarde om akkoord te gaan met de snelheidsverhoging. Tractoren en bouwmachines moeten nu vaak door steden en dorpen omdat ze geen gebruik kunnen maken van provinciale wegen en rondwegen.

Verkeersveiligheid

Volgens Hero Dijkema, beleidsadviseur bij brancheorganisatie Cumela, is een kentekenverplichting noodzakelijk voor de borging van de verkeers- en voertuigveiligheid. “Zonder kenteken heeft de tractor geen identiteit en is handhaving bijna onmogelijk. Wij pleiten al twintig jaar voor de kentekening. Het is ongelooflijk dat een speed-pedelec wel een kenteken heeft, en een tractor niet.”

Sjef van de Ven, medewerker bij Verkeersschool Blom, zegt dat er voor rijschoolhouders niet veel verandert als de invoering van het kentekenbewijs definitief wordt. “Er kan wat meer doorgereden worden, dat is wel prettig. Vaak merk je dat je het verkeer achter je ophoudt.” Volgens Van de Ven levert het ook andere voordelen op. “Verzekeringstechnisch gaat de rijschoolhouder er wel op vooruit, want het voertuig is beter geregistreerd. Daarnaast is een tractor beter te traceren als deze wordt gestolen.”

Onevenredige lasten

In december van 2016 zei de Tweede Kamer nee tegen de kentekening van landbouwvoertuigen. Volgens Dijkema was de gedachte van tegenstemmers VVD en CDA dat een kenteken niet bijdraagt aan een grotere verkeersveiligheid. Daarnaast zou het verplichte kenteken leiden tot onevenredige lastenverzwaring voor het bedrijfsleven. SGP en PVV stemde ook tegen het voorstel.

Dijkema licht toe dat zo laag mogelijke lasten het belangrijkste uitgangspunt is van het voorstel. “Het kentekenbewijs is eenmalig 18 euro, en de kentekenplaat zelf kost slechts 12 euro. Dit vinden wij geen enorme lastenverzwaring. Onze verwachting is dat het landbouwverkeer alleen nog maar verder toe zal nemen, in lijn met de groei van de economie. Daarnaast gaan landbouwvoertuigen steeds grotere afstanden overbruggen.”

‘Meer tijd’

In juni van dit jaar heeft voormalig minister Infrastructuur en Milieu Schultz van Haegen het wetsvoorstel opnieuw ingediend. Huidig minister van Infrastructuur en Waterstaat Cora van Nieuwenhuizen liet vorige week in de Tweede Kamer weten: “Een eerder wetsvoorstel van het ministerie heeft niet de eindstreep gehaald. Het lijkt niet erg zinvol om exact hetzelfde wetsvoorstel te komen. Er zijn bovendien nieuwe suggesties aangedragen die we in het verleden nog niet hebben bekeken.”

Van Nieuwenhuizen gaf aan meer tijd nodig te hebben om te komen tot een nieuw voorstel voor het kentekenplicht. “Mijn inzet is dat we vanuit Europa aan de verplichtingen moeten voldoen. Europa heeft namelijk een ingebrekestellingsprocedure opgestart. Wij moeten nu met een oplossing komen.”

Lees ook:

• CBR verhoogt opnieuw slagingsnorm voor T-rijbewijs
• Subsidie T-rijbewijs voor stagaires uitgebreid
• Eerst lestractor voor bestuurders met lichamelijk beperking

Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Wed, 20 Dec 2017 08:48:38 +0000

Read More

Het minimale vermogen voor de motorfiets categorie A (onbeperkt) is vanaf 31 december 2018 50 kW. Het vermogen voor het onbeperkte motorrijbewijs blijft tot die tijd ten minste 40 kW. Volgend jaar eindigt de overgangstermijn die voor examenvoertuigen geldt. Deze overgangstermijn is een gevolg van een wijziging van de Derde Europese Richtlijn die dateert uit 2013. 

Hoewel deze verandering bij veel rijscholen inmiddels bekend is, moeten zij komend jaar dus rekening houden met de keuzes die zij maken. Rijschoolhouders moeten kijken naar de huidige vloot, en zij moeten opletten bij het aanschaffen van nieuwe motoren.

Massa

Arjan Everink, hoofd Verkeer en Opleiding bij de KNMV, vertelt dat er niet veel zal veranderen bij de AVB- en AVD-examens. “Een rijschoolhouder die actief bezig is met zijn wagenpark heeft hier al rekening mee gehouden. In principe kun je het vergelijken met een 500cc-motor die meer vermogen krijgt en 600cc wordt. In de praktijk merk je daar vrijwel niets van.”

Rijschoolhouders moeten ook letten op het gewicht van de motor. Niet alleen moet het minimale vermogen 50 kW zijn, de ongeladen massa van de motorfiets moet ook minstens 180 kilo zijn. De regels gelden ook voor het praktijkexamen A met code 80.

Motoren tussen de 40 en 50kW kunnen tot 31 december 2018 nog worden gebruikt tijdens het AVB- en AVD-examen voor de categorie A. Een motor met minder dan 50 kW vermogen mag vanaf 2019 wel worden ingezet in de rijopleiding, echter niet voor het examen A.

Lees ook:

• Geldig theoriecertificaat vereist voor motorrijles code 80
• Meer aandacht voor herkennen van motorrijders ADAS
• Reserveren van A-examen met code 80 is al mogelijk

Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Tue, 19 Dec 2017 14:46:29 +0000

Read More

Examenkandidaten voor de praktijkexamens auto, motor, bromfiets en auto met aanhangwagen kunnen vanaf mei 2018 bij de nieuwe locatie van het CBR in Zoetermeer terecht. Het gaat om een kantoorpand aan de Zilverstraat. Momenteel vinden er nog verbouwingswerkzaamheden plaats. De exacte openingsdatum volgt binnenkort.

Het nieuwe examencentrum moet de vestiging in Rijswijk ontlasten. Deze locatie is momenteel de grootste in heel Nederland. Jaarlijks worden hier zo’n 35.000 praktijkexamens voor verschillende categorieën afgenomen. De vestiging in Zoetermeer zal ongeveer een kwart van deze examens overnemen.

Wachttijd Rijswijk

De wachttijd voor het eerste praktijkexamen voor het autorijbewijs is van 11 tot 16 december acht weken in Rijswijk. Voor het herexamen bedraagt de wachttijd momenteel zes weken.

De nieuwe locatie ligt op een industrieterrein, op 16 kilometer afstand van het examencentrum in Rijswijk. Met de komst van het examencentrum aan de Zilverstraat in Zoetermeer komt het totaal aantal locaties waar praktijkexamens worden afgenomen van het CBR op 54.

Lees ook: 

• Nieuwe locatie voor CBR Heerlen
• Nader onderzoeken rijvaardigheid voortaan vanuit CBR-examencentra
• Nieuwe locatie voor CBR in Terneuzen

Het CBR maakte onlangs bekend dat het nader onderzoek rijvaardigheid (NO), voorheen het BNOR- of staatsexamen, voortaan vanaf eigen examencentra wordt afgenomen. Vanaf 1 januari 2018 leggen kandidaten het examen niet meer af vanaf externe locaties, zoals hotels. De rijschoolbranche reageerde verdeeld op dit besluit. Welke afwegingen hebben het CBR en de branchevereniging hebben gemaakt om te komen tot deze beslissing?

Het nader onderzoek rijvaardigheid is een speciaal examen voor wie vier keer binnen vijf jaar zakt voor het praktijkexamen in een bepaalde rijbewijscategorie. Bij dit ‘staatsexamen’ krijgt een leerling meer persoonlijke begeleiding en meer tijd. In 2016 gingen 21.964 kandidaten op voor het nader onderzoek rijvaardigheid. Volgend jaar verhuizen al deze examens naar de 53 CBR-examencentra.

‘Zorgvuldig afgestemd’

Het CBR pleit al sinds 2010 voor eigen huisvesting van het nader onderzoek rijvaardigheid. In 2015 startte het CBR een traject tot dit besluit. “De voorbereiding voor dit besluit is uiterst zorgvuldig gedaan”, vertelt een woordvoerder van het CBR. Er is onder andere gesproken met de brancheorganisaties. Daarnaast is er een cijferanalyse gedaan door het CBR. Zo zag het toetsingsorgaan het aantal NO’s met een derde teruglopen en het aantal faalangstexamens stijgen. Ook is er een expertmeeting gehouden en hield het CBR een enquête onder honderd NO-examenkandidaten. Hieruit bleek dat kandidaten het vooral belangrijk vinden dat er rust is tijdens hun examen.

De verhuizing moet leiden tot een betere bediening van de klanten in een professionele omgeving. Kandidaten kunnen op die manier terecht in het gebied waar zij ook hun rijexamens hebben afgelegd. Gespecialiseerde rijvaardigheidsadviseurs blijven het examen afnemen. In totaal heeft het CBR nu 35 examinatoren die een nader onderzoek rijvaardigheid afnemen en daar komen er volgend jaar 15 bij. De NO-examens zullen vanuit de praktijkexamenzaal worden afgenomen en dus niet op een aparte plek binnen het CBR. De aanpak is vergelijkbaar met het faalangstexamen.

Bekenden

De brancheverenigingen hebben met het CBR rond de tafel gezeten en laten aan RijschoolPro weten dit besluit te steunen. “Het CBR heeft dit probleem aangekaart en we zijn hierover in gesprek gegaan”, laat VRB-voorzitter Peter van Neck weten. “Het verhaal is tweeledig. Aan de ene kant zie je dat zo’n locatie soms gunstiger kan zijn, het stelt de leerling op zijn gemak. Maar ik heb ook vaak genoeg situaties meegemaakt waarin het een nadeel was. In een hotel in de eigen omgeving komt zo’n leerling vaak bekenden tegen. Dit is niet bevorderend voor het examen.”

Ook Ruud Rutten van de brancheorganisatie FAM laat weten dat hij zich al ‘jaren stoorde’ aan de ‘onprettige situatie’. Je moet je voorstellen dat je in een Van der Valk Hotel zit, en dan komt er een bekende van de leerling langs. De leerling gaat vervolgens heel nerveus het examen in.” Rutten laat weten volledig achter het besluit te staan.

‘Extra betalen’

Er zijn ook rijinstructeurs die het niet eens zijn met de beslissing. Zo laat een rijinstructeur aan RijschoolPro weten: “Er wordt extra betaald voor het BNOR-examen en de leerlingen hebben daardoor recht op de rust die aan het examen vooraf gaat.“ Volgens een woordvoerder van het CBR heeft de organisatie hier rekening mee gehouden. “Omdat de tijdstippen van de onderzoeken voor het grootste deel afwijken van de overige examens, is er voldoende rust in de zaal.”

Lees ook: Nader onderzoeken rijvaardigheid voortaan vanuit CBR-examencentra

Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Mon, 18 Dec 2017 14:24:04 +0000

Read More

Smit Rijschoolservice heeft een nieuw product voor het rijbewijs B gelanceerd: de Theoriebox. Het pakket, waarmee een cursist uit een boek kan leren en online kan oefenen, werd al op de Lesauto Testdag geïntroduceerd onder rijschoolhouders. Maar de box kan ook voor ouders interessant zijn als kerstcadeautje voor hun kinderen.

Bij de Theoriebox van Smit Rijschoolservice krijgt de leerling naast het theorieboek ook een toegangscode om de theorie vier maanden onbeperkt online te oefenen. Het online gedeelte bestaat uit 37 hoofdstuktoetsen, vier oefenexamens, vier CBR-gesimuleerde oefenexamens en oefeningen op het gebied van voorrang verlenen.

Kerstcadeau

“Voor ouders is het leuk om iets te hebben waarmee ze aangeven dat hun kind het rijbewijs mag gaan halen”, vertelt Brekelmans. “Hoewel wij alleen aan rijopleiders leveren, kunnen rijschoolhouders dit product natuurlijk bij ouders onder de aandacht brengen.” De theoriebox kost 19,95 euro exclusief btw. Rijschoolhouders die in december nog bestellen, krijgen korting.

Vooralsnog is de Theoriebox alleen beschikbaar voor categorie B. Brekelmans sluit niet uit dat ook voor andere rijbewijscategorieën een box wordt samengesteld.

Lees ook: Smit Rijschoolservice lanceert klassikale motorcursus

Bron: Verkeerspro
Auteur: Nadine Kieboom
Publicatie datum: Mon, 18 Dec 2017 07:55:03 +0000

Read More

Maar liefst 86 procent van de Nederlandse automobilisten is niet op de hoogte van de nieuwe winterbandenregels in Duitsland. Dat blijkt uit onderzoek van Markteffect in opdracht van Bovag. Vanaf 1 januari jaar volstaat de aanduiding M+S (modder en sneeuw) niet meer als kwalificatie voor winterband, maar is het sneeuwvlokjessymbool verplicht op alle nieuwe winter- en vierseizoenenbanden.

Onderzoeksbureau Markteffect vroeg aan 1.026 Nederlandse automobilisten of zij bekend zijn met de nieuwe regels. Van de personen die aangaven deze winter door Duitsland te gaan rijden is 14 procent op de hoogte, 30 procent weet dat er wel iets wijzigt, maar niet wat en 56 procent zegt helemaal geen weet van de nieuwe regels te hebben. Driekwart kan bovendien niet zeggen of er wel of niet M+S op de band staat.

Overgangsregeling

De Duitse overheid verplicht het symbool vanaf 1 januari op alle banden die vanaf dan worden geproduceerd en gemonteerd. Er geldt een overgangsregeling voor banden die alleen M+S-markering hebben. Deze mogen nog tot 30 september 2024 gebruikt worden, mits zij vóór 31 december 2017 zijn geproduceerd. Automobilisten worden geadviseerd goed op de productiedatum te letten bij het kopen van nieuwe banden. Wie niet aan de eisen voldoet, riskeert een boete van 60 tot 80 euro.

Er zijn overigens ook zomerbanden met M+S-aanduiding. Deze zomerbanden hebben géén winterse eigenschappen en zijn dus niet geschikt voor het rijden in Duitsland bij winterse omstandigheden.

Grip

Om het sneeuwvlokjes-symbool te mogen gebruiken, moet de band aan bepaalde minimale eisen voldoen voor wat betreft grip bij winterse omstandigheden. M+S komt voort uit markeringen die voorheen voornamelijk voor terreinbanden werden gehanteerd.

In Duitsland wordt ook overwogen om een minimale profieldiepte van 4 millimeter voor winterbanden verplicht te stellen, net zoals dat nu al in Oostenrijk en Tsjechië geldt. In andere Europese landen gelden weer afwijkende regels. Daarom adviseert Bovag Nederlandse wintersporters die richting de Alpen trekken te zorgen voor winter- of vierseizoenenbanden met minimaal 4 millimeter profiel én met het sneeuwvlokjessymbool, zodat tijdens de complete reis overal aan de wet voldaan kan worden.

Een handig overzicht van de winterbandenregels per land is hier te vinden.

Lees ook: CBR stelt duizenden praktijkexamens uit vanwege sneeuw

Bron: Verkeerspro
Auteur: Nadine Kieboom
Publicatie datum: Fri, 22 Dec 2017 09:04:53 +0000

Read More

Na een derde evaluatie over de sluiting van rijtestlocaties heeft het CBR besloten het nieuwe locatiebeleid definitief te maken. Uitzondering hierop is Winschoten, waar de rijtestlocatie weer wordt heropend vanwege het hoge aantal rijtesten in die regio. 

Het aantal locaties waar rijtesten worden afgenomen is afgelopen jaar teruggegaan van 53 naar 30. Het CBR wil hiermee efficiënter werken. De sluiting gebeurde op verzoek van de brancheverenigingen in drie fases: de locaties met de kleinste afstand naar de andere rijtestlocatie en de plekken met de minst goede faciliteiten waren als eerste aan de beurt. Na elke fase hield het CBR een evaluatie.

Winschoten wordt weer heropend. De reden is de geografische ligging in combinatie met het hoge aantal rijtesten in deze regio. Wanneer deze locatie weer wordt geopend, is nog niet bekend.

Bezwaren

Zowel vanuit de branche als de politiek kwam kritiek op het verminderen van het aantal rijtestlocaties. Zo moeten rijtestkandidaten een test afleggen in een gebied dat ze niet kennen. Dat kan bijvoorbeeld problemen opleveren voor mensen met autisme. Daarnaast kunnen de kosten hoger uitpakken, omdat kandidaten (en rijschoolhouders) verder moeten rijden. Bovendien willen zij soms vooraf een paar keer oefenen in een gebied dat verder weg ligt. Volgens het CBR blijft de landelijke dekking goed, omdat er ‘altijd wel een CBR-locatie binnen een uur te bereiken is’.

Om het effect van het sluiten van de rijtestlocaties te meten, hield het CBR een enquête onder klanten en rijopleiders die het afgelopen jaar een rijtest hebben afgelegd. Hier deden ruim 1.500 kandidaten en 760 rijscholen aan mee. De bezwaren die de kandidaten aangaven, was dat de rijtest in een onbekende omgeving lastiger was, het gaf hen extra spanning, de afstand was groter en de kosten waren hoger.

Reistijd

Verder bleek dat 95 procent van de kandidaten binnen 33 minuten bij een rijtestlocatie kan zijn. De gemiddelde reistijd ligt met name in het noorden en in Zeeland hoger. In Leeuwarden gaat het om 24 minuten, in Goes doen kandidaten er gemiddeld 22 minuten over. Ook Leusden springt eruit met 22 minuten. Rijscholen vinden 25 minuten acceptabel voor kandidaten, blijkt uit de enquête.

Van de kandidaten heeft  52 procent rijlessen genomen in de onbekende omgeving. Toch vond slechts 18 procent dit bezwaarlijk. Verder zijn de kandidaten tevreden over de toegankelijkheid en de privacy van de locatie, net als over de afname van de rijtest.

Rijgeschiktheidstesten

Op de rijtestlocatie beoordeelt het CBR door middel van rijgeschiktheidstesten of bestuurders met een beperking of gezondheidsproblemen nog in staat zijn om veilig te rijden. Er worden zo’n 12.500 testen per jaar uitgevoerd. Uit de enquete blijkt dat ongeveer een kwart op de rijtestlocatie komt vanwege een praktijkexamen; 36 procent doet dit vanwege gezondheidsredenen en 21 procent omdat het rijbewijs vernieuwd moet worden na de 75e verjaardag.

Lees ook: 

•  Protestactie in rolstoel tegen sluiten rijtestlocatie
• CBR smeert sluiting rijtestlocaties uit over half jaar

Als het aan het kabinet ligt, kunnen jongeren al vanaf 17 jaar rijles volgen voor het rijbewijs D. Dat is het voorstel van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Eerder werd de leeftijd voor het D-rijbewijs al verlaagd van 21 naar 18 jaar. Het wetsvoorstel wordt binnenkort voorgelegd aan de Tweede Kamer.

De leeftijdsverlaging is een gevolg van 2toDrive, waarbij jongeren al op hun 17e hun B-rijbewijs kunnen halen. Door rijles voor het rijbewijs D vanaf 17 jaar mogelijk te maken, kunnen jongeren meteen doorstromen naar het groot rijbewijs. Na hun achttiende verjaardag kunnen zij direct praktijkexamen afleggen en aan de slag gaan als bus- of touringcarchauffeur.

Voorwaarden

Jongeren van 17 jaar die rijles willen volgen voor rijbewijs D moeten wel aan een voorwaarde voldoen: de kandidaat moet een beroepsopleiding volgen in het personenvervoer over de weg. Wanneer hij eenmaal als 18-jarige het rijbewijs heeft behaald en aan de slag wil gaan als beroepschauffeur, zijn er eveneens enkele beperkingen. De verlaging van de minimumleeftijd geldt alleen voor vervoer binnen Nederland. Daarnaast mogen 18-jarigen alleen rijden op trajecten die korter zijn dan vijftig kilometer.

Ook mogen ze alleen werken op ‘geregelde diensten’, oftewel vervoer van personen met een bepaalde regelmaat en langs een bepaalde reisweg, met vaste stopplaatsen voor de reizigers. Bij touringcars gaat het bijvoorbeeld om vervoer tussen woningen en bedrijven of tussen woningen en scholen.

Vergrijzing

De leeftijdsverlaging moet er volgens het ministerie voor zorgen dat er in de toekomst genoeg nieuwe chauffeurs zijn om het grote aantal oudere bestuurders op te volgen. Ook zorgt de maatregel ervoor dat de vervolgopleiding van jongeren die in het chauffeursvak willen stappen beter aansluit op hun middelbare school.

Lees ook: Kritiek rijinstructeurs op leeftijdsverlaging D-rijbewijs naar 18 jaar

De termijn voor het beginnersrijbewijs B van zeventien- en achttienjarigen wordt gelijkgetrokken. Voor jongeren die in het kader van 2toDrive op hun zeventiende het rijbewijs B halen, geldt eveneens een beginnerstermijn van vijf jaar. Nu worden zij nog zeven jaar als beginner gezien. De Raad van State heeft een positief advies uitgebracht over het voorstel van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu Infrastructuur en Waterstaat).

Het voorstel betreft een wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van begeleid rijden. De gelijkstelling moet het aantrekkelijk maken om deel te nemen aan het begeleid rijden. Nu wacht nog 12 procent van de zeventienjarigen die geslaagd zijn voor hun examen tot hun achttiende met de aanvraag van het rijbewijs, om te voorkomen dat ze vastzitten aan een beginnerstermijn van zeven jaar. Het gevolg is dat zij een jaar lang geen ervaring opdoen. Zo kunnen hun vaardigheden wegzakken.

Door de beginnerstermijn te stellen op vijf jaar wil het ministerie stimuleren dat zij ook daadwerkelijk voor hun achttiende verjaardag het rijbewijs aanvragen en dus ook meer kilometers maken met een ervaren begeleider naast zich.

Jongeren in bezit van AM of T

Wie voor zijn achttiende verjaardag het rijbewijs voor de categorie AM of T behaalt, blijft zeven jaar beginner. Als deze jongere vervolgens voor zijn achttiende verjaardag ook het rijbewijs B behaalt, wordt zijn beginnerstermijn vijf jaar, met ingang van de datum waarop aan hem dat rijbewijs B is afgegeven.

Hiermee wordt de jongere aangemoedigd om niet alleen het praktijkexamen af te leggen voor de achttiende verjaardag, maar ook daadwerkelijk vóór zijn achttiende dat rijbewijs aan te vragen en ervaring op te doen met een begeleider. De aanpassing van de beginnerstermijn is dan volgens het ministerie gerechtvaardigd, omdat de jonge bestuurder in deze gevallen alleen mag rijden met een begeleider.

‘Onlogisch’

Wordt het rijbewijs B echter pas na de achttiende verjaardag afgegeven, dan blijft deze jongere (dus de jongere die op 16- of 17 jarige leeftijd het rijbewijs voor de categorie AM of T heeft gehaald) gedurende zeven jaar beginner.

Dit betekent dat een jongere die net voor zijn achttiende verjaardag een rijbewijs AM, T of A1 haalt en direct na zijn achttiende verjaardag een rijbewijs B een beginnerstermijn opgelegd krijgt die aanzienlijk langer is dat een jongere die net na zijn achttiende verjaardag het eerste rijbewijs haalt, ongeacht de categorie. De Raad van State noemt dit verschil in behandeling ‘onlogisch’ en adviseert de regeling op dit punt aan te passen.

Het ministerie neemt dit advies niet over. Door ook voor deze groep de beginnerstermijn te verlagen naar vijf jaar, bestaat namelijk de kans dat iemand die op zijn zestiende het AM-rijbewijs heeft behaald en op zijn achttiende het rijbewijs B, al vanaf zijn eenentwintigste niet meer onder de beginnersregeling valt. “Dit acht de regering onwenselijk”.

Schematisch komt het op het volgende neer (bron: Staascourant):

Procedure

De aanpassing geldt met ingang van de datum van inwerkingtreding ook voor beginnende bestuurders die op dat tijdstip al beginnende bestuurder waren. De nieuwe wetgeving geldt na invoering dus ook voor personen die eerst nog onder de ‘oude’ wetgeving vielen.

Het wetsvoorstel wordt binnenkort voorgelegd aan de Tweede Kamer. Naar verwachting zal de wet begin 2018 in werking treden. Omdat het experiment 2toDrive in november al afliep, is er een overgangsregeling opgesteld voor deelnemers van het begeleid rijden.

Lees ook: Overgangsregeling 2toDrive: hoe zit het nu precies?

De Nijmeegse rijschoolhouder Linda Wilting kreeg onlangs een opmerkelijke mail. Ze moet het logo op haar lesauto veranderen omdat het te veel lijkt op het logo van LINDA., het tijdschrift van Linda de Mol.

Dat meldt De Gelderlander vrijdag. De mail was afkomstig van de directeur van Mood for Magazines, het bureau dat de merken LINDA. heeft laten vastleggen bij het Benelux Merkenregister. ‘LINDA. is onder een groot deel van de Nederlandse bevolking een zeer bekend merk’, schrijft de zakelijk directeur van Mood for Magazines. ‘Bij het zien van uw logo zal de gemiddelde consument direct de link met het merk LINDA. leggen.’

Schade toebrengen

Volgens de directeur kan de rijschoolhouder het blad LINDA. schade toebrengen door de verwarring die ontstaat. Bovendien zou de Nijmeegse rijschool te veel meeliften op de ‘merkkracht en bekendheid van LINDA’.

Linda Wilting (32) heeft naar eigen zeggen zeker niet de ervaring dat er extra leerlingen komen vanwege haar logo. ,,Waar gaat dit over? Ik rij met een auto rond met het logo Linda, want zo heet ik. En het lettertype: dat is gewoon het standaardlettertype van het tekstverwerkingsprogramma Word. En de ogen achter mijn naam zijn ook mijn eigen ogen”, aldus Wilting tegenover de krant.

Binnen tien dagen

Het bureau verzocht Wilting uiterlijk 13 oktober haar logo van auto en website halen, oftewel binnen tien dagen na het ontvangen van de mail. Een bevriende advocaat adviseerde Wilting om een mail te sturen met uitleg. “Ik hoop dat we er uit kunnen komen, want nogmaals: ik ben een eenmansrijschool en wil totaal geen schade aanrichten aan het LINDA.-magazine.”

De antwoorden op haar vragen krijgt ze echter niet. Afgelopen maandag ontving ze opnieuw een mail van de directeur, met de vraag of 1 februari haalbaar is om het logo aan te passen. “We moeten proberen eruit te komen. Ik wil gewoon leuk werken. En ik schijn goed te zijn, ze slagen allemaal. Ik doe het met mijn hart, want van een rijschool word je niet rijk”, aldus de Nijmeegse.

Rechtszaak

Merkendeskundige Paul Moers vertelt tegenover De Gelderlander dat het de rijschoolhoudster veel geld kan kosten als ze haar logo niet aanpast. ,,Het merk Linda is beschermd en ik weet dat Linda de Mol daar heel scherp op is. Die laat niet over zich heen lopen.’’ ,,Stel dat de rijschoolhoudster een slechte naam heeft, dan straalt dat ook op De Mol af. Een rechtszaak gaat Linda de Mol ook absoluut winnen. En dat kan de rijschoolhoudster heel veel geld kosten. Ik adviseer haar, pak je winst. Je hebt mooi wat publiciteit gehad. Wees verstandig nu en drijf deze kwestie niet op de spits’’, aldus Moers.