Verkeerspro

De maatregelen die de brancheverenigingen hebben geopperd ter verbetering van de rijschoolbranche, worden ook door SWOV toegejuicht. Peter van der Knaap, directeur van Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV), is met name te spreken over de aandacht voor overdrachtsvaardigheden van een rijinstructeur, waaronder de Nederlandse taal. Wel zou er volgens Van der Knaap nog meer aandacht mogen komen voor het inschatten van risico’s in het verkeer.

Brancheverenigingen Bovag, FAM en VRB hebben onlangs een gezamenlijk document gepresenteerd waarin ze maatregelen voorstellen die de rijschoolbranche moeten verbeteren. De organisaties pleiten al jaren voor een professionalisering van de branche.

SWOV-directeur Peter van der Knaap noemt het ‘sterk’ dat de branche zelf de eerste stappen heeft gezet om de kwaliteit van de rijopleiding te verbeteren. “Eerst kijken de initiatiefnemers naar wat zij zelf kunnen veranderen. Ze gaan dus niet meteen met de pet rond in Den Haag. Dit maakt de kans groot dat je serieus wordt genomen door de politiek. Het is bovendien mooi om hun betrokkenheid te zien. Natuurlijk, het zijn rijschoolhouders die ook hun belangen hebben, maar ze staan voor wat ze doen en willen oprecht de branche verbeteren.”

Ervaring van belang

SWOV is niet direct betrokken geweest bij het opstellen van het aanbevelingsdocument. “Onze missie is met kennis uit onderzoek een bijdrage leveren aan de veiligheid in het verkeer. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om weginrichting en voertuigtechniek, maar ook om gedrag en educatie. Hoewel ervaring sterk bepalend is voor een ongeval, is ook een goede opleiding van belang.”

Van der Knaap vindt het een goede zaak dat die ervaring ook in de opleiding voor instructeurs terugkomt. Bijvoorbeeld door het aantal stage-uren uit te breiden, maar ook door tijdens de studie meer focus op de praktijk te leggen. Verder is hij positief over de maatregelen die fraude en misbruik in de branche tegen moeten gaan, zoals het invoeren van een VOG en het toevoegen van een foto op de WRM-pas. “Er zijn ongewenste situaties, die naar mijn mening het gevolg zijn van een marktwerkingsprobleem.”

Overdrachtsvaardigheden

De SWOV-directeur onderstreept ook het belang van overdrachtsvaardigheden van rijinstructeurs. “Het is goed dat hier meer aandacht voor komt, inclusief de nadruk op het spreken van de Nederlandse taal.” In het aanbevelingsdocument wordt namelijk een 0-fase voorgesteld in de opleiding, waarbij getoetst wordt of de kandidaat-rijinstructeur beschikt over het algemeen kennisniveau NLQF4, taalvaardigheid niveau B1/2F, de basisvaardigheden didactiek en onderwijskunde. Ook moet het geven van theorieles weer een verplicht onderdeel worden van de opleiding.

In het document pleiten de brancheverenigingen ook voor een module ‘mobiliteit en gedrag’. De instructeur moet zich bewust zijn van de normen en waarden in het verkeer om daarmee de leerling te laten inzien dat gedrag bepalend is voor verkeersveiligheid: hoe hoor je je in het verkeer te gedragen en hoe breng je dit gewenste gedrag over op een rijbewijsleerling?

Verder onderzoek

Op dit punt ziet Van der Knaap nog wel kansen voor de branche. Volgens hem zou er nog meer aandacht moeten komen voor risico’s in het verkeer. “Hierbij gaat het om de hogere ordevaardigheden. Dan heb je het niet zozeer over het leren van het bedienen van een auto, maar over een meer coachende manier van lesgeven waarbij de leerling centraal staat, bijvoorbeeld door de leerling zelf na te laten denken over situaties die niet helemaal goed gingen.”

Of de voorgestelde maatregelen daadwerkelijk gaan leiden tot een hogere verkeersveiligheid, is volgens Van der Knaap lastig te zeggen. “Het is niet eenvoudig om het directe effect vast te stellen van gedragsmaatregelen, verkeerseducatie, of rijlessen. Zo zijn er landen waar ouders hun kinderen rijles mogen geven en daarvan is niet aangetoond dat dit tot onveiliger automobilisten of meer ongevallen leidt. Tegelijkertijd zijn er indicaties dat als in de rijopleiding aandacht wordt besteed aan gevaarherkenning en dit onderdeel ook goed getoetst wordt op het rijexamen, het ongevalsrisico van beginners afneemt. Duidelijk is dat ervaring en oefening heel bepalend zijn.”

De SWOV-directeur adviseert daarom het effect van de maatregelen te meten, bijvoorbeeld in samenwerking met verzekeraars. “Zijn de leerlingen van kwaliteitsrijscholen ook daadwerkelijk minder betrokken bij ongevallen? Een onderzoek zorgt ervoor dat je niet alleen aanvoelt dat het effect heeft, maar het ook echt kunt bewijzen.”

Lees ook: Dynamische lesonderdelen bij praktijkbegeleiding moeten toneelstuk voorkomen

Een rijinstructeur en zijn leerling zijn woensdagavond omgekomen bij een ernstig ongeval op de E34 bij Antwerpen. De lesauto sloot net aan in de staart van een grote file toen een Nederlandse vrachtauto op hen inreed. De 51-jarige instructeur uit Gent en de 18-jarige leerlinge uit Sint-Niklaas waren op slag dood.

Het ongeval gebeurde rond 19.30 uur. De lesauto kwam tussen de Nederlandse vrachtwagen en een voorliggende truck terecht. De leerling zat op het moment van het ongeval achter het stuur. Hulpdiensten hebben de twee slachtoffers nog proberen te reanimeren, maar zonder resultaat. In totaal waren vier vrachtauto’s en twee personenauto’s betrokken bij het ongeval.

‘Kon niet meer ontwijken’

Het rijbewijs van de Nederlandse chauffeur werd voor 15 dagen ingetrokken. Ook werd duidelijk dat de man niet had gedronken. De chauffeur was in shock: “Ik heb wellicht even niet goed opgelet. Plots zag ik een auto voor mij opdoemen”, vertelde de aangeslagen chauffeur tegenover HLN. “Ik kon die auto niet meer ontwijken.”

Een vrachtwagen verloor dinsdagavond op de Antwerpse ring richting Nederland een lading vloeibare siliconen. Twee rijstroken waren sindsdien volledig versperd door het incident. De brandweer had een dag en een nacht nodig om het wegdek schoon te maken. De verkeerschaos staat in België sindsdien bekend als ‘siliconenfile’.

Lees ook: Rijinstructeur na treinbotsing: ‘Door mijn ingrijpen hebben we het overleefd’

Bron: Verkeerspro
Auteur: Nadine Kieboom
Publicatie datum: Fri, 24 Nov 2017 10:17:17 +0000

Read More

Vrachtvervoerders kunnen binnenkort middels een proef werken met digitale vrachtbrieven in de Benelux. De proef duurt drie jaar en start op 1 december 2017. Beroepschauffeurs die de grens passeren, werken tot die tijd nog met papieren vrachtbrieven. De digitaliseringsslag moet miljoenen euro’s opleveren.

De proef is een initiatief van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen. De minister wil met de proef onderzoeken of de zogeheten e-CMR vrachtbrief geschikt is voor grensoverschrijdend vervoer. De digitale vrachtbrief zou volgens Van Nieuwenhuizen moeten zorgen voor minder kosten door efficiëntere processen.

Theorie-examen

De vrachtbrief komt aan bod in de theoretische-examens R2C, V2C, V3C in de categorie CCV. Het CBR laat weten dat de proef niet in het theorie-examen aan bod komt, de inhoud van deze examens blijft dus ongewijzigd. Kandidaten kunnen wel vragen over de elektronische vrachtbrief krijgen, maar dit is niet nieuw.

In zowel Nederland als België zijn digitale vrachtbrieven al enige jaren in gebruik. Volgens belangenorganisatie Transport en Logistiek Nederland kan Nederland met de komst van de digitale vrachtbrief zeker 180 miljoen euro per jaar aan administratieve lasten besparen.

Minder kosten

De digitaliseringsslag is volgens minister Van Nieuwenhuizen belangrijk. “Voor de vrachtvervoerders betekent de digitale vrachtbrief minder lasten en minder kosten. Ze zijn minder tijd kwijt met het opstellen, sorteren en archiveren van vrachtbrieven en ze kunnen de logistieke keten beter beheersen.”

De minister stelt de Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO) verantwoordelijk voor de uitvoering. NIWO zal softwareleveranciers gaan keuren die digitale vrachtbrieven willen uitgeven.

De Europese Commissie is geïnteresseerd in de opzet van de proef. Bij goed functioneren kan het dienen als voorbeeld voor andere landen in Europa.

Lees ook: Geen voorspelbaarheid in theorie-examens voor beroepsvervoer

Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Tue, 28 Nov 2017 13:10:36 +0000

Read More

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) kan het aantal bloedmonsters van automobilisten die betrapt zijn op drugsgebruik niet aan. Dat meldt De Telegraaf. Het aantal bloedonderzoeken ligt driemaal hoger dan verwacht. Verdachten moeten als gevolg langer dan de beloofde twee weken wachten op de uitkomst.

Hoe lang de verdachten moeten wachten op de uitkomst is niet bekend. De politie gebruikt sinds 1 juli 2017 de speekseltest in het verkeer. De speekseltest toont verschillende stoffen aan die invloed kunnen hebben op het rijvermogen. De politie gaat na een positieve test over tot nader onderzoek in de vorm van bloedafname.

Bloedonderzoek

Het instituut kan de ruim driehonderd bloedmonsters die in oktober zijn aangeleverd niet verwerken. Het Openbaar Ministerie (OM) en het NFI werken samen om de extra instroom van bloedmonsters zo snel mogelijk te verwerken. De organisaties willen extra laboratoriumpersoneel inzetten. Daarnaast verkennen ze de mogelijkheid om de onderzoeken elders uit te laten voeren. Begin volgend jaar komen de eerste gebruikers van drugs in het verkeer voor de rechter.

Volgens Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid heeft 2,8 procent van de automobilisten sporen van drugs in het bloed. Deze cijfers dateren uit de tijd voor de invoering van de speekseltest. De pakkans ligt sinds de introductie van de speekseltest volgens het OM een stuk hoger.

België

Het aantal positieve controles op rijden onder invloed van drugs in België is de afgelopen jaren flink toegenomen. Vorig jaar testten 6.819 bestuurders positief op drugs. Bijna driekwart van de drugsgebruikers in het verkeer werd betrapt op het gebruik van cannabis.

Het Belgische verkeersveiligheidsorganisatie Vias institute geeft sinds vijf jaar cursussen aan mensen die veroordeeld zijn voor drugsgebruik in het verkeer. Meer dan 1.100 deelnemers volgden al zo’n cursus.

Lees ook:

• Zwitser verliest rijbewijs na overdosis Red Bull
• Cannabisgebruiker in verkeer steeds vaker betrapt in België
• Coffeeshops lanceren verkeersveiligheidscampagne wietconsument

Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Mon, 27 Nov 2017 10:09:29 +0000

Read More

Mevrouw Studer stond perplex toen ze haar rijbewijs wilde verlengen en een brief kreeg van het CBR. De brief deelde de vrouw mede dat ze Parkinson had. Ondanks dat de vrouw zeker wist dat ze geen hersenziekte had, ging ze toch langs bij een neuroloog. De arts was verstomd: “Mevrouw wat doet u hier? U heeft helemaal geen Parkinson!” Dat meldt De Telegraaf.

De 78-jarige vrouw was voorafgaand aan de brief netjes langs een onafhankelijk huisarts gegaan en had zodoende een medische verklaring. Na de medische verklaring ging de vrouw op voor de rijtest, en deze werd positief beoordeeld. Een paar weken later kreeg de senior een brief waarin stond dat ze Parkinson had.

‘Muur van onbegrip’

Mevrouw Studer belde direct het CBR om de fout recht te zetten, maar stuitte tegen een ‘muur van onbegrip’. Tot haar ergernis moet ze eerst langs de neuroloog. In de tussentijd mocht ze niet meer deelnemen aan het verkeer.

De vrouw weet niet waar het mis is gegaan. Na de brief van het CBR voelt de vrouw zich ellendig: “Ik voel mij gegijzeld in mijn eigen woning en ben afhankelijk van de goedheid van anderen die boodschappen voor mij willen doen. Als je echt ziek bent is het niet erg een beroep te doen op je medemens, maar nu moet ik het doen vanwege de domheid bij het CBR.”

Geen Parkinson

De neuroloog zag meteen dat vrouw geen Parkinson had. “Hij was net zo stomverbaasd als ik en heeft het CBR zelfs een boze brief gestuurd”, vertelt de gedupeerde. “Ik kan zo boos worden om de laksheid bij zo’n organisatie.”

Het CBR laat aan De Telegraaf weten geen inhoudelijke uitspraken te doen over kandidaten. “Ik kan wel melden dat het voor ons inmiddels is afgehandeld en dat mevrouw een nieuw rijbewijs bij haar gemeente kan aanvragen. We hebben haar dat telefonisch meegedeeld.” Het CBR laat aan RijschoolPro weten: “Het CBR neemt alleen besluiten op basis van informatie die wij krijgen van of een arts of de betrokkene zelf. Wij stellen geen diagnoses.”

Lees ook: Rechter bevestigt: slecht rijgedrag kan zonder dossier gemeld worden bij CBR

Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Mon, 20 Nov 2017 10:04:01 +0000

Read More

De ministerraad is vrijdagmiddag akkoord gegaan met een verplichte Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) voor rijinstructeurs. Op het moment dat iemand rijinstructeur wil worden of de lesbevoegdheid wil verlengen, moet hij of zij een VOG kunnen overleggen. Hiermee wil minister Cora van Nieuwenhuizen misstanden als fraude, mishandeling en oplichting aanpakken. De brancheverenigingen zijn blij met deze stap.

“Leerlingen zijn vaak jong. De lessen vinden bovendien vaak plaats in een een-op-een situatie met een ongelijkwaardige relatie. Dat maakt de leerlingen kwetsbaar en daarom is het des te belangrijker dat het contact tussen de leerling en de instructeur integer is”, aldus het ministerie. “De maatregel tot een wettelijke verplichting tot een verklaring omtrent gedrag helpt om de kandidaat te beschermen en een veilige werkplek voor examinatoren te creëren.”

Wens vanuit de branche

De maatregel volgt op een aantal signalen van wangedrag door rijinstructeurs en is met steun van de branche en andere betrokkenen tot stand gekomen. De VOG was al lange tijd een van de wensen vanuit de brancheverenigingen FAM, VRB en Bovag. Voormalig minister Melanie Schultz van Haegen meldde een jaar geleden al dat ze aan een verplichte VOG voor de rijschoolbranche werkte.

Het ministerie nam al eerder maatregelen in het kader van professionalisering van de branche. Instructeurs moeten nu al een geldige WRM-pas kunnen laten zien aan het CBR als zij mee willen rijden met een examen. Ook voert het CBR samen met de rijscholen tot april 2018 een social media-campagne waarin ze jongeren en hun ouders tips geven om goed het rijbewijs te halen, zoals het kiezen van een goede rijschool.

‘Mooie stap’

“Dit is een mooie stap in de goede richting”, zegt Peter van Neck van VRB. “Ik schrik van de meldingen die we soms binnenkrijgen.” Als voorzitter van de brancheverenigingen hoort hij af en toe schrijnende verhalen. “Leerlingen of hun ouders kloppen vaak eerst bij het CBR aan. Zij verwijzen hen door naar een branchevereniging, ook al is de betreffende rijschool geen lid van ons. Wel proberen we altijd advies te geven. Zo raden wij leerlingen en ouders altijd aan om na te gaan of er nog meer klachten zijn over de betreffende rijschool of instructeur. Die klachten kunnen ze dan bundelen om vervolgens aangifte te doen bij de politie.”

“Hier is enorm hard aan gewerkt door de brancheverenigingen”, vertelt Ruud Rutten, voorzitter van FAM. “En dan wil ik met name het werk van Irma Brauers (secretaris van VRB, red.) benoemen, die hier ontzettend veel werk in heeft gestoken.” De FAM heeft afgelopen week uitgebreid kennisgemaakt met de nieuwe Kamerleden in Den Haag. Rutten is positief over de nieuwe samenstelling. “Zij hebben toegezegd aan de slag te gaan met onze voorstellen.”

Door de mand vallen

Ook Bovag is blij met het verplichten van een VOG. “Eigenlijk is een VOG niet meer dan logisch, als je beseft dat rijinstructeurs werken met zestien- of zelfs vijftienjarigen”, vertelt woordvoerder Tom Huyskens. “Nu moet blijken hoeveel rijinstructeurs door de mand vallen.” Een VOG is geen garantie dat er niks gebeurt, beseft Huyskens. “Wel is het een stok achter de deur om figuren met een bepaalde achtergrond buiten de branche te houden.”

Bovag  heeft enkele jaren geleden al een VOG toegevoegd aan het eisenpakket voor de leden. Hierbij wordt gelet op zedenmisdrijven, fraudedelicten en verkeersmisdrijven. “We wilden niet wachten op maatregelen vanuit Den Haag. Naar aanleiding van een VOG is zelfs een instructeur ontslagen, nadat zijn werkgever erachter kwam dat hij in het verleden veroordeeld is voor zedenmisdrijven met minderjarigen.”

In combinatie met andere eisen heeft deze maatregel Bovag wel veel leden gekost. “De extra kosten vonden zij bezwaarlijk. Ook vonden ze dat een organisatie als Bovag zich hier niet mee moet bemoeien. Wel hoorden we positieve geluiden vanuit de politiek. Sowieso zijn we ook blij dat FAM en VRB de wens voor een VOG ook hebben overgenomen.”

Voorjaar

Het wetsvoorstel wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van State. Naar verwachting zal de Tweede Kamer in het voorjaar de VOG voor rijinstructeurs behandelen.

Lees ook: 

• Dynamische lesonderdelen bij praktijkbegeleiding moet toneelstukje voorkomen
• Lage slagingspercentages oorzaak imagocrisis rijschoolbranche
• Minister Schultz: twee praktijkbegeleidingen onnodig

Familieleden en bekenden mogen vanaf 1 januari 2018 niet meer optreden als tolk tijdens het praktijkexamen. Een kandidaat die opgaat voor het praktijkexamen auto, motor of bromfiets of auto met aanhangwagen moet vanaf volgend jaar een beëdigde tolk inhuren.

Het CBR wil hiermee een professionaliseringsslag maken. De tolk moet op verzoek van de examinator een geldige tolkenpas kunnen tonen. Wanneer een rijopleider een tolk mee wil laten rijden met een examen, dan moet hij dit bij het aanvragen van het examen aangeven.

Rijinstructeur als tolk

De rijinstructeur mag tijdens het examen nog steeds mee als tolk. Een WRM-pas volstaat in dat geval. Voorafgaand aan het examen moet bekend zijn of de rijinstructeur meerijdt als tolk of als instructeur. Dit zijn twee rollen waar geen verwarring over mag ontstaan tijdens het rij-examen.

In Nederland kan in veertig verschillende talen worden afgereden. Er zijn weinig landen waar nog in zoveel talen examen gedaan kan worden. In Vlaanderen zijn sinds de invoering van het nieuwe rijexamen op 1 maart 2017 alleen nog tolken beschikbaar voor Frans, Duits en Engels.

Lees ook: VRB: Zorgen om fraude bij theorie-examens met tolk

Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Fri, 24 Nov 2017 08:18:04 +0000

Read More

De ministerraad stemde vorige week in met een verplichte Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) voor rijinstructeurs. Wanneer de maatregel wordt ingevoerd is nog niet duidelijk, wel is al in grote lijnen bekend hoe het proces gaat verlopen en waarop getoetst gaat worden. Zo kunnen rijinstructeurs de VOG online via IBKI aanvragen. Dat laat IBKI-directeur Jim Schouten desgevraagd weten.

Met de VOG wil minister Cora van Nieuwenhuizen misstanden als fraude, mishandeling en oplichting in de branche aanpakken. Voor het verkrijgen of het verlengen van de WRM-pas moeten instructeurs de verklaring kunnen overleggen. Dat betekent dat er elke vijf jaar een nieuwe VOG moet worden aangevraagd.

Screening

Bij een VOG-aanvraag wordt onderzoek gedaan naar het justitiële verleden waarbij het belang van de aanvrager wordt afgewogen tegen het risico voor de samenleving. Rijinstructeurs moeten straks dezelfde VOG inleveren als examinatoren van het CBR. Dit houdt in dat er wordt getoetst op omkoopbaarheid, zedendelicten, verkeersdelicten, geweldsdelicten en omgang met vertrouwelijke informatie. Er wordt gelet op verschillende functieaspecten, zoals het omgaan met geld, het bedienen van voertuigen, het vervoeren van personen, het omgaan met systemen (zoals dat van het CBR) en het omgaan met minderjarigen.

De terugkijktermijn voor een VOG is vier jaar, maar hiervan kan worden afgeweken. Zo geldt voor de aanvraag van een chauffeurskaart taxi een terugkijkperiode van vijf jaar, omdat deze kaart vijf jaar geldig is. Voor zedenmisdrijven is een uitzondering gemaakt, daarvoor geldt een onbeperkte terugkijkperiode. Bij aanvragers tot 23 jaar wordt tot twee jaar teruggekeken, behalve als er sprake is van zedendelicten of zware geweldsdelicten. Geweldsdelicten zijn misdrijven waar meer dan zes jaar gevangenisstraf voor kan worden opgelegd.

Geen extra kosten

IBKI heeft al ervaring met VOG’s. APK-keurmeesters hebben deze verklaring namelijk ook nodig om het examen af te kunnen leggen. Het aanvragen van een VOG voor rijinstructeurs wordt op dezelfde manier geregeld. De verklaring wordt online klaargezet voor instructeurs tegen het tarief dat screeningsautoriteit Justis hanteert. Momenteel ligt dat op 33,85 euro. “Hoewel het ons wat meer handelingen kost, zullen we hier geen extra bedrag voor in rekening brengen”, vertelt Jim Schouten, directeur van IBKI. “Dit moeten we dan maar oplossen door andere zaken efficiënter in te richten.” Justis verstuurt de VOG per post naar de rijinstructeur, die het formulier vervolgens weer moet doorsturen naar IBKI. “Helaas is Justis nog niet zo ver dat ook deze stap digitaal kan verlopen”, aldus Schouten.

Een VOG is vier jaar geldig. Desondanks hoeft een rijinstructeur de VOG pas na vijf jaar te verlengen, zodat dit proces gelijkloopt met de verlenging van de WRM-pas. Wanneer de VOG wordt ingediend, mag die niet ouder zijn dan zes maanden. De kans is dus groot dat rijinstructeurs die werken voor een Bovag-rijschool en al in bezit zijn van een geldige VOG, toch een nieuwe verklaring moeten aanvragen.

De VOG-aanvraag staat dus los van de datum waarop aan alle bijscholingsplichtingen is voldaan. Op het moment dat de WRM-pas verlengd wordt, moeten rijinstructeurs aan de bijscholingsverplichting hebben voldaan en een VOG overleggen die dus minder dan een half jaar oud is.

Commerciële partijen

Afgelopen week werd RijschoolPro al benaderd door een website waar rijinstructeurs een VOG kunnen aanvragen. Deze partij rekent 7,50 euro voor de servicekosten bovenop de prijs van een VOG. Deze ‘service’ is echter overbodig aangezien rijinstructeurs hun formulier straks rechtstreeks bij IBKI kunnen aanvragen, zonder extra kosten te betalen.

Deze situatie is vergelijkbaar met bedrijven die adverteren met het reserveren van een theorie-examen. Zij hebben websites die veel lijken op die van het CBR, tot ergernis van de rijschoolbranche. Leerlingen worden verleid via deze bedrijven hun examen te reserveren. Omdat leerlingen servicekosten betalen, zijn zij veel duurder uit dan wanneer zij rechtstreeks bij het CBR reserveren.

Gedragen door branche

De VOG was een van de aanbevelingen van brancheverenigingen FAM, VRB en Bovag richting de politiek in het kader van de aanpassing van de Wet Rijonderricht Motorrijtuigen (WRM). De drie organisaties presenteerden vorige week gezamenlijk een document waarin ze de beschrijven welke maatregelen genomen zouden moeten worden om de rijschoolbranche te professionaliseren.

Uit de WRM-enquête die RijschoolPro afgelopen voorjaar hield onder rijinstructeurs, blijkt dat een ruime meerderheid vóór de invoering van een verplichte VOG is. Slechts 15 procent van de instructeurs vond het geen goed idee. Voorstanders noemen een VOG een goede manier om dubieuze ondernemers en instructeurs buiten de branche te houden. Ook vinden ze dat een verplichte verklaring de status van het beroep verhoogt. Tegenstanders vrezen dat een VOG weinig nut heeft. Zo’n verklaring zegt immers iets over het verleden maar niets over de toekomst.

Lees ook: Verklaring Omtrent Gedrag wordt verplicht voor rijinstructeurs

Vier op de vijf rijschoolhouders werken zelfstandig. Het segment ‘auto- en motorrijscholen’ van de Kamer van Koophandel registreerde in oktober 8.626 ondernemingen. In deze klasse vallen praktische en theoretische rijopleiders met zowel beroeps- als privédoeleinden; slipcursussen en bijscholingscursussen. Bij maar liefst 82 procent van deze ondernemingen gaat het om een zzp’er. Van dit aantal werkt 15 procent parttime. Dit blijkt uit de cijfers die Kamer van Koophandel met RijschoolPro deelde.

Ruim zevenduizend ondernemingen in de rijschoolbranche geven aan te werken als zzp’er op full- of parttime basis. De categorie midden- en kleinbedrijven eist in de rijschoolbranche met 1.328 inschrijvingen slechts 15 procent van de inschrijvingen op.

Minder geregistreerden bij CBR

Het CBR registreerde eind oktober 8.179 opleiders. Dit zijn 500 inschrijvingen minder dan bij de Kamer van Koophandel. Het CBR heeft geen verklaring voor dit verschil, maar heeft wel een vermoeden. “Als een rijschool een jaar niet actief is (geen examens heeft aangevraagd), schrijven wij hem uit nadat we contact hebben opgenomen”, vertelt een woordvoerster.

Voor het tweede jaar op rij is het aantal ondernemers in de rijschoolbranche licht afgenomen. In 2017 stonden er 91 rijscholen minder ingeschreven dan twee jaar daarvoor, de mkb’er verliest het meeste terrein.

‘Zelfstandig werken aantrekkelijk’

Bij de nieuwe ondernemers die zich in 2017 registreerde ligt het percentage zzp’er nog hoger: hier gaat het om 91 procent. Niet gek volgens Volgens Peter van Neck, voorzitter van brancheorganisatie VRB. Volgens hem heeft het hoge aantal zzp’ers te maken met de vele ontslagen die de laatste jaren plaatsvonden. “Rijscholen moesten de afgelopen jaren een hoop rijinstructeurs ontslaan door het tekort aan leerlingen. Deze instructeurs zijn vervolgens voor zichzelf begonnen.”

Hoewel Ruud Rutten ook aangeeft dat de rijschoolbranche uit een crisis komt, benadrukt hij de invloed van het UWV op het hoge aantal zelfstandigen. “Veel mensen zijn uit radeloosheid in de branche gekomen. Het UWV leidde duizenden mensen op tot rijinstructeur. Deze mensen zijn vervolgens allemaal voor zichzelf begonnen.”

Tom Huyskens van Bovag begrijpt de keuze om zelfstandig te werken wel: “Zzp’ers hebben de vrijheid om te gaan en staan waar ze willen, dat maakt het aantrekkelijk. Sinds twee jaar zit de rijschoolbranche weer in de lift. Je ziet dat ook grote rijscholen steeds vaker gebruikmaken van zzp’ers. Sinds de crisis zijn rijschoolhouders huiverig om rijinstructeurs in loondienst te nemen.”

Lees ook: Rijschoolbranche compleet scheefgegroeid in periode 2005-2015

Bron: Verkeerspro
Auteur: Willem de Hoog
Publicatie datum: Wed, 22 Nov 2017 13:09:51 +0000

Read More

Het melden van slecht rijgedrag bij het CBR zonder dat daar bewijs voor is, kan leiden tot willekeur en misbruik. Dat stelt de politieke partij 50Plus, die hierover vragen heeft gesteld aan minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat. De minister is het daar niet mee eens. Volgens haar zijn er voldoende waarborgen ingebouwd om willekeur en misbruik te voorkomen.

50Plus stelde vragen naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank dit najaar, waarin een herkeuring door het CBR werd goedgekeurd. Familieleden tipten het CBR over een bestuurder omdat ze twijfelden over zijn rijgeschiktheid. Het CBR liet de man herkeuren. De man, een 80-plusser, spande hierop een rechtszaak aan.

Volgens de bestuurder kan het CBR zo’n besluit niet nemen op basis van één brief die niet door medische dossiers wordt ondersteund. Bovendien hebben de familieleden volgens hem andere belangen. De rechtbank stelde echter dat één brief voldoende is. Ook hoeft de afzender niet objectief te zijn.

Aanvragen zonder medisch dossier

Het CBR neemt al sinds 2010 aanvragen in behandeling waarbij een medisch dossier ontbreekt, ongeacht de leeftijd van de bestuurder en ongeacht de relatie tussen de aangever en de bestuurder. Jaarlijks komen zo’n 22.000 meldingen binnen. Het merendeel komt van politie of Officier van Justitie. In 2015 en 2016 kwamen tussen de 200 en 250 tips van een andere bron, zoals een arts of een familielid.

Als er twijfel ontstaat over de geschiktheid of rijvaardigheid van een rijbewijsbezitter, dan kan het CBR een bestuurder een keuring of een onderzoek laten ondergaan. Volgens minister Van Nieuwenhuizen heeft het CBR de verantwoordelijkheid om te toetsen of de aangedragen informatie in de melding inhoudelijk en juridisch aanleiding geeft om de bestuurder te laten onderzoeken. “In het belang van de verkeersveiligheid acht ik de vorderingsprocedure zeer wenselijk”, aldus de minister.

Misbruik voorkomen

In de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011 zijn de feiten en omstandigheden vermeld die aan een vermoeden ten grondslag moeten liggen. Als het vermoeden bestaat dat iemand niet meer rijvaardig is of een aandoening heeft die verkeersdeelname in de weg staat, laat het CBR de rijgeschiktheid onderzoeken. Op basis van deze informatie neemt het CBR een besluit. “In de uitvoering van deze regeling zijn waarborgen ingebouwd om willekeur en misbruik van deze regeling te voorkomen”, aldus de minister.

Lees ook: Rechter bevestigt: slecht rijgedrag kan zonder bewijs gemeld worden bij CBR

Bron: Verkeerspro
Auteur: Nadine Kieboom
Publicatie datum: Tue, 21 Nov 2017 15:16:26 +0000

Read More